Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juli 2025
Dat is, alse wi, boven al bekinnen ende weten, in ons bevinden een grondeloes niet weten; alse wi boven alle name die wi Gode gheven ofte creaturen, versterven ende overliden in ene ewighe onghenaemtheit daer wi ons verliesen: ende alse wi, boven alle oefeninghen van doechden, in ons aensien ende bevinden ewighe ledicheit, daer nieman in werken en mach; ende boven alle salige gheeste, ene grondelose salicheit, daer wi alle één sijn, ende dat selve één dat die salicheit selve es, in haers selfsheit: ende alse wi aensien alle salighe gheeste, weselic ontsonken, ontvloten ende verloren in haer overwesen, in ene wiselose onbekende demsterheid."
Van de oudheid af had die belangstelling al bestaan de ene generatie na de andere had die bewonderd en zich er over verbaasd en hadden die romans de verbeeldingskracht voedsel en vleugels gegeven.
En Jan was rijk, want in zijne pot ware' wel honderd duzed millioen. En Jan woonde dan in 'e' groot huis, en hij hiel sees en peerd, en hij sliep op 'e' fraweelen bed, en hij dronk wijn, en hij gink alle dagen naer d'herberg.... En daer kwam 'e' varke mê 'ene' lange snuit, en 't vertelsel is uit!
"Do was over alle de werlt ein al te groeten sterfte, also dat de eyne den anderen kume begraven kunde, ofte dat d' ene daer by den anderen niet blijven kunde in syn lesten omme de overvloedicheyt der siekede. Ende hieromme werden aller wegen de Joden gedodet, want men gaff eher de schult der siekede."
Ay here God, die hem crucen liet, Wat valscher wijf es Lanseloets moeder! Dies benic nu vele vroeder, Dan ic gister navont was. Want si scout mi ene sterke loghene ende las, Dat hi met siecheide ware bestaen, Ende brachte mi inden stric ghevaen, Ende heeft mi loghene voor waer getelt, Ende brachte mi in Lanseloets gewelt, Dat mi ewelijc rouwen sal.
Si es op ene ander vaert, Si mint seker enen jonghen man. De kersten coninc: Bi den vader die mi ghewan! Robbrecht neve, wistic dat, Haer en soude ghehulpen bede no scat, Ic en soudse doeden, dat felle wijf! Robbrecht: Oem, daer settic vore mijn lijf, Dat ic u segghe, en eest niet waer. Ic hebt gheweten over menech jaer, Dat si u niet en es van herten vrient.
Jan Breydel liep van de ene zijde naar de andere en wakkerde zijn makkers door vrolijke woorden aan, dikwijls nam hij zelf de bijl uit de handen zijner beenhouwers en hakte dan ter hunner verwondering, met een verbazende kracht, een boom in weinig tijds ter neder. Op de linkerzijde dezer open plaats stond een prachtige tent van hemelsblauw laken, met zilveren boordsels.
Weldra trad De Chatillon in de kamer en boog zijn ene knie voor de Koningin. "Mijnheer De Chatillon," sprak zij, hem met de hand oplichtende, "het schijnt dat gij mijn begeerten niet veel acht. Heb ik u niet voor tien uur ontboden?" "Het is waar, Mevrouw, maar de Koning mijn meester heeft mij tegen mijn dank bij zich gehouden.
Geheel de lange, stille dag werd er in de scriptoria en de cellen het ene gele blad na het andere omgeslagen en kraste de ganzeveder over het perkament.
Dan boog hij nogmaals zijn ene knie voor de jonge Machteld en hernam: "Ik bid, ik smeek u, o edele dochter van de Leeuw, dat gij uw dienaar Breydel niet vergete indien gij ooit moedige mannen nodig hebt. Het beenhouwersambacht zal zijn Goedendags en messen ten uwen dienste geslepen houden."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek