Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
"Ja!" zeide de grijsaard tot Elias, zoodra ze alleen waren: "zes maanden geleden, toen ik je een schuilplaats in mijn huis bood, was ik 't die medelijden met jou had. Nu is ons lot veranderd, en ben jij 't die medelijden met mij hebt. Maar ga zitten, en vertel me 's, hoe je hier gekomen bent."
De jonge man kwam op 't idee zijn oogen op te slaan, en den blik van 't lijk te volgen. En toen zag hij aan een tak een man hangen, en aan dien man 't bloedige hoofd van zijn broer!" "Groote God!" riep Ibarra. "Dat kon mijn vader roepen!" ging Elias koeltjes voort.
"Weet jij waarom Elias voor den alférez lang en voor den pastoor kort is?" vroeg de Tagaal diepzinnig aan den Wisajer. "Nee." "Omdat de alférez in de modder gezakt was, toen hij hem waarnam en de pastoor behoorlijk op zijn voeten stond." "Dat 's waar!" riep de Wisajer uit. "Je bent een slimmerd... Zeg, hoe ben jij zoo guardia civil geworden?"
En aangezien het liever zichzelf gezag geeft dan dat het volk het dat zou toestaan, moet het ten minste toonen, dat het zich dat gezag weet te geven." Elias sprak hartstochtelijk, met geestdrift. Zijn oogen schitterden, en de klank van zijn stem had iets trillends. Er volgde een plechtige stilte: de bangka, niet door de riemen voortbewogen, scheen rustig op 't water te blijven liggen.
Diep ontroerd beschouwden zij de nieuwe machine als een grooten schat, en de vrouw zeide zacht: "Dat had ik nooit gedacht! En wat heb ik je dikwijls onrecht aangedaan. O, Elias, vergeef het mij toch. Ik ik meende, dat je alleen een hersenschim najoeg..."
Toch wist hij niet wie hem de streek geleverd had, maar hij veronderstelde dat het de beruchte Elias was. Die was eenige maanden geleden in de provincie gekomen, zonder dat iemand wist waarvandaan, en had zich door dergelijke daden bekend gemaakt bij de guardias civiles van enkele dorpen."
Zijn dochtertje die vóor dien tijd met mijnheer Doxa speelde gelijk met een verduldig kind, mocht zijn naam niet meer uitspreken, en Lieven jammerde maar door, met een Elias' passie, over de bitterheid van "den kelk met eindeloozen bodem, kostbare tastelijkheid van Gods wil." Daar kwamen dagen van diepe armoede, dagen vol met den last van leven, dagen zonder lust en zonder troost.
Ten eerste: »wie zeggen de menschen, dat ik, de Zoon des menschen, ben?« en ten tweede: »wie zegt gij, dat ik ben?« Op deze beide vragen hebben de discipelen geantwoord. Volgens de menschen is Jezus Elias, of Johannes de Dooper of een van de Profeten. En volgens henzelven, Petrus treedt nu op als hun woordvoerder, is Hij de Christus, de Zoon des levenden Gods. Dit is een opmerkelijk verbod.
De echtheid van een menschelijk overblijfsel uit het quaternaire tijdperk scheen dus onwederlegbaar bewezen. Die echtheid had niettemin een ijverig tegenstander in Elias de Beaumont.
"Luister 's meneer, wat voor plan of ik overdacht heb," zeide Elias peinzend, terwijl ze naar San Gabriel koers zetten. "Ik zal u nu bij een vriend van me in Mandaloejong verborgen houden. Ik zal u al uw geld brengen, dat ik gered en bewaard heb aan den voet van de baliti-boom, in 't geheimzinnige graf van uw voorvader. Dan verlaat u het land..." "Om naar 't buitenland te gaan?" viel Ibarra in.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek