Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 oktober 2025


Iederen dag strompelde ze naar naar huis, denkend: "Morgen zullen ze komen" En zoo gingen de dagen voorbij, tot er niets meer was in haar woning. Ze verkocht haar huis, en leefde voortaan in een krot. En toen kwam het uur, dat haar laatste duit voor brood was betaald. Steunend op haar stok, en tastend want bijkans blind was ze ging ze van huis tot huis, bedelende om der barmhartigheid wille.

De baas antwoordde: Kleine kamerkens heb ik niet; gij zult elk eene heerenkamer hebben, zonder een duit te betalen. En, inderdaad, hij bracht hen naar rijk gestoffeerde kamers met prachtige meubelen. In die van Lamme stond een groot bed. Uilenspiegel, die veel gedronken had en viel van den vaak, liet hem slapen gaan en deed als hij.

Hij had echter een ander voor zich, dan hij meende. Wij, u en ik, zouden alles doen, om ons been terug te ontvangen, maar doktor Faustus verliet het logement hinkende, en gaf geen duit. Toch scheen hem dit na eenigen tijd te berouwen, althans hij keerde terug, om zijn rekening te vereffenen. Doch de waard was dom geweest: hij had 't been in 't water gegooid ....

Aan Keesje, die geen "som" alleen wist te maken en altyd steken bleef in de hollandsche graven. Arme jongen, zei Leentje, je hebt wel gelyk. Ze kwamen in 't huis van Beieren... 't is wel schande! En dat om 'n duit op 't pond. Zy beweerde namelyk dat Pennewip goedkoop vleesch kreeg van Keesje's vader die slachter was, en dat er alzoo knoeiery plaats had met die graven en hun gedurig verhuizen.

Want, misschien hebt ge ook opgemerkt, dat hij zich in de stijgbeugels verhief omdat hij voornemens was over den hond heen te werpen; en dat zou hij ook gedaan hebben; maar, daar Fangs op hetzelfde oogenblik opsprong, kreeg hij een schram, die ik met niet meer pik, dan men op een duit leggen kan, aanneem dadelijk te genezen."

Heer, nog nooit had iemand mij geslagen! Nu heb ik twaalf uur ingespannen geloopen. Mijn rug is stuk van de slagen. Ik heb een geheelen dag arbeid verzuimd, mijn tong kleeft aan mijn verhemelte van den dorst, ik heb ergen honger. In plaats van dertig piasters meê naar huis te brengen, heb ik geen duit meer. Wat moet ik eten en wat moet ik vader en de kinderen geven, als ik niets heb!

Meer dan eens, in een bar of restauratie, had men mij zoo, met een soort eerbied, een of ander man gewezen en gezegd: "Kijk eens, zie je daar dien man. Hij is zonder een duit in 't land gekomen en nu is hij vijftig miljoen dollar waard." Vijftig miljoen dollar waard! herhaalde ik in mezelf, en keek, en mijmerde.

Hij zou hem hebben doodgeslagen, was niet de pastoor tusschenbeide gekomen en had beloofd, den verloren geganen wijn tot den laatsten duit toe te betalen.

Doch hij scheurde mijn hemde, kwetste mij aan mijn aangezicht en herhaalde: Wees aan mij, 'k zal u rijk maken. Ja, zei ik, lijk mijne moeder, wier laatsten duit gij nemen zult. Toen verdubbelde hij zijne pogingen, maar hij vermocht niets tegen mij. Hij was nog leelijker dan een doode, en ik krabde hem zoo geweldig met mijne nagelen in zijne oogen, dat hij kermde.

"Je zelt haast gedaan hebben, schippertje!" zei een juffrouw in de roef, onder haar bril uitkijkende, tot onzen Rietheuvel, nadat zij vruchtelooze pogingen had in 't werk gesteld om een heer, die in 't hoekje zat, aan den praat te krijgen. "Je zelt haast gedaan hebben, schippertje!" "Hoe zoo, juffrouw?" vroeg de kapitein. "Wel, met die Spoorwegen!" "Spoorwegen! juffrouw da's geen duit waard.

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek