Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 9 oktober 2025


Hij stortte maandelijks al het geld, dat hij won in de handen van Ursule, die altijd stiptelijk naging of de afkortingen voor de pensioenkas goed berekend waren. Hij hield geen duit achter. Hij kreeg van Ursule alle weken éen frank, en hij meende dat hij ook niet meer noodig had.

"Van harte gaarne: en dan wil ik de onkosten van een flesch wijn dragen om samen uit te drinken," zeide de officier. "Jij bent een nobele baôs!" hernam de boer: "maôr niemand zal van Gheryt Maessen ooit zeggen, dat ie zich in zijn eigen woning heeft laten trakteeren: wijn zal ik oe geven, zonder dat hij oe een duit kost; want de mensch moet zich zoowel van binnen als van buiten verwermen."

Moest hij, om het geluk te kunnen waardeeren, verdriet, ongeluk en kwelling gekend hebben, zooals Wang zeide, thans had hij aan deze laatste zaken waarlijk geen gebrek. En dan ook had hij op zijn tocht vele brave menschen ontmoet die geen duit bezaten, maar toch gelukkig waren!

Hij kon bij mij goedkooper terecht. Dat zal die vrouw betalen. Ik zei dat, omdat de vrouw insgelijks achter de biezen verdween; zij was dus mee in de schuit gegaan. De oude schudde van neen en zei: Die geeft geen duit. Zij behoort tot de arbeiders van het werk en gaat voor niet mee. Die vrouw heeft daar al van den vroegen morgen af gewacht, maar er voer niemand over. Maar wat is dat?

In Europa heb ik ruim anderhalf jaar genoten van alles wat te genieten was, te Parijs, Brussel, Berlijn, Weenen, Hamburg en Amsterdam, 'k Heb overal een lieve duit laten zitten. Wat 'k oververdiend had, was glad weg, maar gelukkig dat ik ook nog wat in Indië op de bank had gezet. Met dat kapitaaltje ben ik weer begonnen toen ik terug kwam. Sina was blij als een kind verbeeld je.

Zwaar-stappend langs de slijkerige straten, door den steeds aandikkenden mist, waarin alles wegdoezelde, en die de roode en witte en blauwe lantaarns aan de schel-kleurige bargevels omvoolde met stille treurnis, trok Geerten huiswaarts ... Immer dezelfde gedachten hielden tegenwoordig zijn hoofd bezig ... 't Was een kleine denkbeeldencirkel, waarin zijn geest voortdurend ronddwaalde: Er was geen geld meer te verdienen met dien verdoemden stiel!... Een motor moest hij hebben ... 't Zou een schoon bootje moeten zijn, een flinke kas, een goeie moteur, bankjes met rood floeren kussentjes en van voor een lichtje ... Iederen avond, na 't drinken van een dikkop, of twee, overlegde hij naïef-blij, als een begeerig kind, hoe zijn scheepje zijn moest, nátellend hoeveel hij per dag méer zou verdienen dan nu, tot, met een schok, zijn kleine gedachten in-eens stil-stonden ... Nooit zou hij geld genoeg hebben om een motorboot te koopen, nooit!... nooit!! Dan verteederde hij zich over zijn eigen bitter lot ... werd plots boos, raasde inwendig ... vloekte binnensmonds ... Reeds tweemaal had hij bij zijne welstellende zuster aangeklopt om een voorschot, en bij zijn ouden vader ook; maar nergens was hij er in geslaagd een duit los te maken, bang als ze waren nooit meer een centiem van 't geleende terug te zien.

Voor vierentwintig stuivers had men 'n grooten zak vol. By verkoop tegen zóóveel stuks voor 'n duit zou 't voordeel enorm wezen, als men maar kapitaal had om te beginnen. Dit hadden de Hallemannetjes precies uitgerekend. Want ze waren niet alleen byzonder fatsoenlyk, maar knap ook. Knapheid en fatsoen gaan meestal samen. Maar, hadden ze gezegd, er moest kapitaal wezen.

Afslaan, zoo ze een duit in het zakje legden, zou je toch niet, geloof ik. Ik weet het niet; dit is een factor, dien ik buiten rekening laat, waar ik ook waarlijk nog niet aan gedacht heb, maar je was zoo even aan het optellen, en je telde wat slordig op. Stel, dat ik dit jaar mijn examen voor vice-consul nog niet doe; is ons aandeel niet elk vijftienhonderd gulden? Zoo ongeveer.

Al zy 't dan dat m'n intelligentie niet ontwikkeld genoeg is om doortedringen tot de achterste schuilhoeken van zekere mysterien getuige die duit van zoo-even toch overvalt me soms 'n aanval van fierheid op m'n onwetendheid, tegenover de velen die zich hunner onwetendheid, niet bewust zyn. Op dit oogenblik, byv. zoek ik naar de zielegeschiedenis van die vrouw. Want... 'n ziel heeft ze.

Het rolde zoo maar mijn zakken uit; nu eens in een huis waar men toeback dronk, dan weer in de gelagkamer van eene matrozentaveerne en menigmaal ook in den zak van dat soort volk, dat den onbezorgden matroos den laatsten duit voor allerlei snorrepijperijen weet af te troggelen. Mijne laatste reize was eene uitmuntende geweest.

Woord Van De Dag

arasbesken

Anderen Op Zoek