Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als men mij zegt, dat gij een dronkaard zijt, zooals die oude, onnoozele Bodé Volckers mij vertelde," zij kijkt met oogen, vlammend van verontwaardiging, naar de deur, waarachter de burgemeester verdwenen is, "zal ik zeggen: mijn Guido heeft mij eens bewezen dat het een leugen was, nu weet ik, dat het altijd een leugen is.

Onder de voorbijgangers, die zich gevoegd hadden bij den troep welken Enjolras, Combeferre en Courfeyrac aanvoerden, was iemand in 't buis van een sjouwer, dat aan de ellebogen versleten was, die allerlei gebaren maakte, vloekte en het voorkomen van een woesten dronkaard had.

En ik, met mijne groote ontdekking ik was een bedrieger, een dronkaard, een krankzinnige! Ze geloofden mij niet! »Ik schreef aan de bladen. Ik sprak met de penny-a-liners van deze schurkachtige Daily Telegraph, die nu weer zotteklap verkondigt over eene Pool van eeuwigdurend ijs. Ze lachten mij uit! Ze wezen mij de deur! Ze geloofden mij niet!

Hij begaf zich naar het huis van zijn heer en drong zelfs tot diens slaapvertrek door, om diens zwaard en schild weg te nemen. Maar tot zijn grooten schrik werd de Frank wakker en vroeg: "Wie is daar?" "Ik ben het, ik Leo! Ik ben opgestaan om Attalus te zeggen, dat hij de paarden morgen vroeg buiten moet brengen, maar hij slaapt als een dronkaard."

Vervl....! dat mijn goede naam moet afhangen van dien dronkaard, dat verloopen sujet!" roept Guy woedend uit. "Wat zal ik doen? Geef mij raad, Oliver. Ik moet naar Middelburg en hem naar de andere wereld zenden, eer hij mij van alle hoop op geluk berooft." "Dat zou ik niet doen," lacht Oliver, "want als gij majoor Guido Amati doodt, zal Hermoine de Alva in den rouw gaan." "In den rouw over hem?"

De ontzettende gloed van het gevecht, dat hij verzuimd had, en waarbij hij niet geweest was, verscheen in den schitterenden blik van den herstelden dronkaard. Hij herhaalde: "Leve de republiek!" ging met vasten tred door de zaal en plaatste zich vóór de geweren, bij Enjolras. "Doodt er twee met één schot!" zeide hij.

"Gekend?" herhaalde Botbergen: "ja, een weinig, schoon het geen eer was hem te kennen!" De Baron zag zijn gast verwonderd aan, zette zijn roemer neder en vroeg met bevreemding, wat door deze uitdrukking gemeend werd. "Wel!" vervolgde Elbert: "Ik had geen omgang met hem, omdat hij een liederlijke knaap was, een dronkaard, een lafbek, een valsche dobbelaar...."

Meermalen verwonderen we ons, hoe een dronkaard zijn gansche gezin ongelukkig kan maken door toe te geven aan zijn drankzucht. Die dronkaard zat ook in mij. Ik vertrouw, dat mijn lezers betere menschen zijn. Men heeft al begrepen, dat we den winkel moesten verlaten. Doch zoo ver zijn we thans nog niet.

"Gij zoudt wellicht in uw belang handelen, wanneer gij den gin liet, mijnheer Watkins," antwoordde hij, terwijl hij met een gebaar op de aarden kruik wees, die door een vlijtig aanspreken van wege den dronkaard voor meer dan drie kwart geledigd was. "Den gin laten! Bij God! dat is een kostelijke ui." riep de pachter uit.

Dichtbij hem klonk een zacht gegrom, en toen hij den klank spiedend naderde, vloog een donker lichaam op en verdween met woeste sprongen in de verte. "Weerwolf! booze wolf!" kreet hij. Wankelend, een dronkaard gelijk, liep hij verder.