Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 mei 2025
Voor de expeditie van 1904 en de regeling der toestanden door het gouvernement leefden zij in hun dorpen onder het gezag van hoofden, die zij zelven kozen en handhaafden zoo lang het hun goed docht. Het beginsel van erf-opvolging bestond; maar sterker dan die theorie was de practijk, die eischte, en doorzette dat de best-geschikte hoofd werd.
Wie zijn hart in boei geslagen Leeft het korte leven door Klaagt aan 't einde zijner dagen Om de vreugd, die hij verloor." En ik zag maar steels bezijen, Waar een jong gelaat bewoog, Heerlijk blank voor 't groen der weien, Pracht van jeugd in 't stralend oog. Ronde hoed op blonde haren, Oogen groen en lippen rood, Die ze, docht me, niet zou sparen Als ik haar míjn lippen bood.
Kijk! ik werd zoo kwaad menheer! dat ik docht een beroerte te krijgen; en ik docht: wacht, dikke! hou jij maar reis 'en oogenblikkie op, dan zel ik reis-meepraten want weetje wat? ik meende ze vierkant te zeggen dat ik 't niet en dee.
Het docht hem dat ze buiten hem waren en hij verwonderde zich dat de magere beentjes, als hij ze roerde al trommelend op het tafelberd, zoo zichtbaar waren. De zware stilte woog hier tallenkant. Hij kruiste meteen zijn beenen overeen, leunde achterwaarts over en na zijn opgeheven knie in beide handen, lijk iemand die eene gemakkelijke houding zoekt om te converseeren.
De geur schoot, docht het haar, tot binnen in hare hersens, zoodat hare kleine gedachtjes nevenseen zeer duidelijk te voorschijn opwipten, gelijk soms in ochtendheesters, wanneer 't gewaai van zonnelicht den nevel verdrijft, schoon zichtbaar de verscheidene vogeltjes joepen, elk naar eigen gedoe .... En ze dacht het eerst, op die manier, aan Simon Peter.
Toen nog niet was, dat waar ge thans op tuurt, Dacht ik: wat zult ge een ander ’t hart ontblooten, Dat zich in honderd klanken heeft ontsloten, En uit het wrangste honig heeft gepuurd! Toen heeft in mij een stem mij aangevuurd, Die sprak: „Gij juichte’ in wat gij hebt genoten, Wat waar en schoon docht, hebt ge in ’t lied gegoten Geheel uw aard heeft zang en stift bestuurd.
Hij keek haar goedjongstig aan, eenigzins angstig wordend. Het docht hem dat hij haar voor de eerste maal aankeek. Nu pas bemerkte hij hoe ze was: een blond wijf, niet schoon en ruw van gebaren in licht-groene domino, vormloos. Hij sprak: "Ik moet Anatole opzoeken in de danszaal."
4 Gelijk, wanneer een dichte nevel rijst of wanneer ons half-rond in den nacht is, van verre een molen zich vertoont, welken de wind draait; 7 docht ik mij alstoen een zoodanig gebouw te zien: voorts wegens den wind drong ik mij terug tegen mijnen gids, daar er geen andere beschutting was.
Nu bracht hij eenzame en talrijke uren om, in 't besef van zijne schuld en het docht hem daarbij dat een zeer luid sprekende wroeging hem kwelde. Dat duurde haast meer dan eene week. Dan verliet hij de kamers die het tooneel waren geweest van zijne diverse huwelijkservaringen en ging weer bij zijne moeder woonen, in het speelgoedwinkeltje van de Zes-penningenstraat.
"Ge zegt niks, Frerik." "Gij ook niet, grootvoader." "Neen, mien jong, da wee'k wel, moar 'k docht ook oan merrege." "Doar docht ik krek oan," hernam Frerik. Kleine pauze. "Woarum zucht ie, Frerik?" "Zucht 'k?" zei Frerik: "ik docht da gij zuchtte; moar 't kan best wêzen, went 'k docht aweer oan merrege. As't is mis was!" "As't is mis was!" herhaalde de grootvader.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek