Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 mei 2025
Goedele bleef thuis, liep de kamers door, zat altemets een endeken te borduren, te knippen aan een kunsttapijtje, te kijken meerendeels langs het venster naar 't gewaai dat bijsde in de boomen. Hare kleeren, hare laden, hare brieven 't werd alles besnuffeld en befrutseld: nievers lag een verraad van haar geheim gedoe. Justa luisterde achter de deure, als ze saam met Sebastiaan in de eetzaal was.
Hij bloeit en staat in 't wit getooid, langs alle kanten één vlage blommen duikt zijn' takken, scheef en krom; de bietjes zie'k er zog van zuiver zeem in zanten , de blommen in en uit en uit en in, weêrom. Bloeit helder, helder op, o boom, en luide pralen laat al uw lief gewaai, deur dikke en dunne.
Hij had het voor logeerkamer laten inrichten, maar een logeerkamer minder in rang dan de twee op de zolderverdieping, wier vensters door het rieten dak heen op den breeden weg uitzagen. Hij voelde naar lucifers in zijn zakken, toen, met een ruk en een gewaai van vrouwenkleêren, de keukendeur openging, het portaaltje plotseling donkerrossig verlichtende, en weêr dicht ging.
Vreemd verwrongen wilgen kreunen, 't haar Woest schuddend; 't riet zucht steunend, als gebogen, Angst-gedreevnen vluchten neevlen... Maar De anders door elk minst gewaai bewogen Molen, nu onder 't wild wolken-jagen, Tusschen 't zwiep-gegolf van wilge' en weiden, Staat onwrikbaar. Beeld van tragisch lijden, Licht bewoogne' in hoogste smart niet kunnend klagen.
Ze zag in de hoeken de gewone stofkens herroeren met het kleine gewaai van haar kleeren. Ze merkte 't allemaal op, tot de luttelste dingen, en ze klampte zich permintelijk eraan vaste, gestadig het oogenblik wegschuivend, dat toch al gelijk aanbreken moest. Ze keek naar hare hand endelijk, hoe die trage zich naar de deurklinke reikte en hoe de deurklinke daar precies te wachten hing....
Om hen ruischte het door den nacht; waar zij stonden met de ruimte voor zich, was de stilte vol vreemde en innige geluiden; het jagen der onzichtbare wolken en het wiegelen der mollige boomkruinen scheen de lucht te vullen met een gewuif van onhoorbaarheid; maar soms als de nachtwind even aanrillen kwam en koud neêrsloeg in de laagte, dan zong er een zacht klotsend watergeluid in de ooren, de echo van een aangroeienden en weêr terugvallenden galm; een hoog, bolblazend gewaai vol vocht ging over de boomen en het land in.
En, in der waarheid, de sneeuw viel. 't Was eerst een opwirrelend gewaai van kleine witte dingetjes endelijk, als de mannen kwamen en 't kisteken wegdroegen en 't wegschoven onder een schoon floers met franjen, op den zwarten wagen endelijk een regelmatige val van dikke trossels, licht-dalend bij buien en stille lijk een groot, blank geheim.
Ze zaten soms een heel en tijd te luisteren naar 't dropgetjokkel op de vensterruiten of naar 't gewaai van de vlage, gelijk die bij stonden forsig neersmeet in de schouw. Ze drongen tegeneen en rustten, slape aan slape, in zwijgende aandacht. Eene endelooze droefenis woog daarbuiten en alles, langs gevels en daken, was grauw en grijs. Op het glazen gewelf der verandah spetterde de regen.
De geur schoot, docht het haar, tot binnen in hare hersens, zoodat hare kleine gedachtjes nevenseen zeer duidelijk te voorschijn opwipten, gelijk soms in ochtendheesters, wanneer 't gewaai van zonnelicht den nevel verdrijft, schoon zichtbaar de verscheidene vogeltjes joepen, elk naar eigen gedoe .... En ze dacht het eerst, op die manier, aan Simon Peter.
Die jeukte maakte haar ongedurig en, als zij weer in de boomen van den tuin het blazend gewaai hoorde roefelen, rechtte zij zich plots op, uit gansch hare lengte, en bleef roerloos kijken, strak vóór zich heen, naar een voorbijvliegend beeld. Op dees oogenblik voelde zij gansch haar vleesch in éene trilling pijnlijk worden en haar bloed slaan in forsche geuten naar hare slapen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek