Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


Kapitein Tilton op de Alexandra was de oudste kapitein derzelfde reederij, aan wie ook de Bonanza behoorde, en hij had, toen hij voor twee dagen voorbijgevaren was, aan Sten de opdracht gegeven, ons alle mogelijke hulp te verschaffen. Wij waren wel goed voorzien van het noodige; maar bij een zoo vriendelijk aanbod was er altijd nog wel het een of ander, dat welkom was.

Deze worsteling, die toch slechts een klein onderdeel vormt van de geschiedenis der middeleeuwen, geeft ons op nieuw de gelegenheid om den adel van ziel en de grootsche verhevenheid van bedoelingen en inzichten te bewonderen van de acht of tien groote pausen, die destijds het lot van Europa, van de Christenheid, waarvan zij het erkende en geëerbiedigde hoofd waren, in handen hadden en die daarop den heilzaamsten invloed uitoefenden, al ware het slechts daardoor dat zij bij de verschillende volken het innig bewustzijn hunner éénheid, als leden van de groote christelijke familie, als zonen derzelfde heilige Moederkerk, levendig hielden en alzoo een krachtigen dam opwierpen tegon de eenzijdige ontwikkeling van dat nationaal egoïsme, dat zich heden ten dage in al zijne driestheid, in al de onbeschaamdheid zijner toomelooze aanmatiging vertoont en door sommigen als het hoogste, het eenige beginsel van volkenrecht gehuldigd wordt.

De erfgerechtigden en coomans verdedigden zich hardnekkig; zij waren niet zelden verwaand, hoogmoedig en maakten soms misbruik van hun gezag. Menschen, die met elkander in slechte verstandhouding leven, slaan helaas! heel licht over tot geweld; vandaar oproeren, waarbij burgers derzelfde gemeente elkanders bloed vergoten en de woningen, de openbaren gebouwen, de kerken plunderden of vernielden.

Uit Steller's beschrijving blijkt duidelijk, dat de Noordsche Zeekoe belangrijk verschilde van de vroeger beschreven leden derzelfde orde. Hare kaken droegen, in plaats van tanden, vier alleen met het tandvleesch samenhangende kauwplaten. Dit eene feit is voldoende voor de onderscheiding van het dier. "De grootste van deze dieren," zegt Steller verder, "zijn 4

Ik weet het niet; maar zeker is het dat mijne wonden al spoedig genezen waren en dat ik na verloop van eenige dagen weer op de been was." Dit noodlottig ongeval, waarbij hij op den rand des verderfs was geweest, vermocht den heer Whymper niet af te schrikken. Den 23sten derzelfde maand begaf hij zich weder op weg met Jean Antoine Carrel, een jager Cesar genaamd, en Meynet.

Beide dichtwerken bestaan uit een aantal derzelfde kunstige strofen waarin ook de meeste andere vervat zijn; in de Eerste Martijn, de omvangrijkste tweespraak van alle die bijna 1000 verzen telt, is op menige plaats een dichterlijke gloed waaruit ware poëzie is voortgekomen; d'ander Martijn, van veel minder omvang, geeft meer spel van vernuft dan poëzie al is deze niet geheel afwezig.

Reaal had reeds lang het plan gekoesterd den vijand in Manila op te zoeken en daar hij in 1614 een voldoend aantal schepen onder zijn vlag kon vereenigen, maar geen leger bezat, dat sterk genoeg was om den vijand te land op Ternate of Tidore aan te tasten, besloot hij met zijn raad deze scheepsmacht te gebruiken tegen de Philippijnen. Tegenover de tien schepen der Hollanders hadden de Spanjaarden er weliswaar veertien gereed, maar deze waren volgens de ingewonnen informatie slechts met zeer weinig soldaten en met nog minder matrozen bemand. Bovendien waren onze forten in de Molukken in goeden staat van verdediging, en mocht hier onverhoopt iets voorvallen waardoor de hulp der vloot noodig zou blijken te zijn, dan kon deze altijd met den aanstaanden noorder moesson snel terugkomen. En als de nieuw benoemde gouverneur te Bantam was aangekomen, zoo oordeelden Reaal en zijn Raad den 17en Aug. , dan zou hij zich wel zoo spoedig mogelijk over Macao en Manila naar de Molukken begeven. Deze reisroute toch zou hem een paar maanden eerder aldaar doen zijn. Wilde het geluk nu, dat de beide vloten elkaar in de Philippijnsche wateren ontmoetten, dan zou er misschien iets "treffelycks" kunnen uitgericht worden. Den 17en Aug. werd met den tocht een aanvang gemaakt door Jan Rossingeyn, die vooruit gezonden werd naar Siau, het vroeger door Reaal veroverde eiland, om aldaar Kaitjil Kaluwan in plaats van den naar Manila vervoerden ouden Koning, als zoodanig aan te stellen. Den 11en Sept. ging het tweede deel van de vloot onder bevel van Reaal van Ternate onder zeil. Het bestond uit zeven schepen. Het admiraalschip De Son, Groot Hoorn, Seelandt, Ceylon, Middelborch, Patana en De Hope. Reeds den 15en derzelfde maand kwamen ze voor Siau, waar zich Jan Rossingeyn met De Arend, De Hollandsche Leeuw en De Maen bij de vloot voegde, zoodat deze nu bestond uit tien schepen. Nadat Sangir was aangedaan, kwam den 26en het eiland Tagima (tegenwoordig Basilan) in het gezicht en bereikten zij den 29en Samboangan aan de zuidpunt van Mindanao, waar zij veel ververschingen bekwamen van de inwoners die hen tevens was en "canello de matto" te koop aanboden. Drie dagen later wierp de vloot voor La Caldera het anker uit, waar de Mindanaers, zoowel als de bewoners van den Soeloe-archipel, onzen vlootvoogd hulp aanboden, terwijl de laatsten te kennen gaven niet te twijfelen, of hun koning zou eerstdaags komen. Reaal zeide echter niet te kunnen wachten, daar de moesson bijna verloopen was. Als hun vorst ons echter wilde volgen, dan zou hij ons te Otong of elders kunnen aantreffen. Spoedig zeilden zij dan ook naar het eiland Panay en kwamen daar den 14en Oct. in de haven van Ilo-Ilo aan. De Spanjaarden, door Geronimo de Silva op de hoogte gebracht van Reaal's komst, namen, zoodra deze zich met zijn vloot vertoonde, in de bosschen van het eiland de wijk, daar zij zich niet sterk genoeg gevoelden den Hollanders het bezit van het houten fort te Otong te betwisten. Hier besloot Reaal te landen om den vijand door "branden en blakeren" zooveel mogelijk afbreuk te doen. De dorpen Jaro, met een zich daar bevindend klooster, Arevola en Otong in de nabijheid van Ilo-Ilo werden met den grond gelijk gemaakt en alles wat waarde had medegenomen. Hetzelfde lot ondergingen twee fregatten en vele op de rivier liggende fusten. Ook werden er 110

"Het doet mij veel genoegen," zeide een tot hem gerichte damesstem, de stem derzelfde vrouw, wier beeltenis hij verrukt aanstaarde.

Dicht bij het hek aan de straat stond in den tuin een steenen bank, die voor het oog der nieuwsgierigen achter struikgewas verborgen was, doch welke desnoods de arm van een voorbijganger door het hek en het struikgewas heen had kunnen bereiken. Op een avond derzelfde maand April was Jean Valjean uitgegaan; Cosette had zich, toen de zon was ondergegaan, op deze bank neergezet.

Het gedicht zou een geschiedverhaal behelsd hebben van hetgeen in het laatste tijdperk vóór den zondvloed op aarde was voorgevallen; geen episch drama had het voorgesteld: en dit te minder, omdat de trage ontwikkeling der gebeurtenissen, zich door verschillende levensperioden derzelfde personen uitstrekkend, er een zekere "slaperigheid" het woord is van Bilderdijk aan zou gegeven hebben.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek