United States or Bhutan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Mette is de oud-germaansche mansvóórnaam, in de naamlijst van Brons als een friesche vermeld, die aan de geslachtsnamen Metten en Mettenius ten grondslag ligt. By Förstemann komt deze zelfde naam als Matto voor. Talrijk zijn de nederlandsche maagschapsnamen die aan dezen naam ontleend zijn.

Reaal had reeds lang het plan gekoesterd den vijand in Manila op te zoeken en daar hij in 1614 een voldoend aantal schepen onder zijn vlag kon vereenigen, maar geen leger bezat, dat sterk genoeg was om den vijand te land op Ternate of Tidore aan te tasten, besloot hij met zijn raad deze scheepsmacht te gebruiken tegen de Philippijnen. Tegenover de tien schepen der Hollanders hadden de Spanjaarden er weliswaar veertien gereed, maar deze waren volgens de ingewonnen informatie slechts met zeer weinig soldaten en met nog minder matrozen bemand. Bovendien waren onze forten in de Molukken in goeden staat van verdediging, en mocht hier onverhoopt iets voorvallen waardoor de hulp der vloot noodig zou blijken te zijn, dan kon deze altijd met den aanstaanden noorder moesson snel terugkomen. En als de nieuw benoemde gouverneur te Bantam was aangekomen, zoo oordeelden Reaal en zijn Raad den 17en Aug. , dan zou hij zich wel zoo spoedig mogelijk over Macao en Manila naar de Molukken begeven. Deze reisroute toch zou hem een paar maanden eerder aldaar doen zijn. Wilde het geluk nu, dat de beide vloten elkaar in de Philippijnsche wateren ontmoetten, dan zou er misschien iets "treffelycks" kunnen uitgericht worden. Den 17en Aug. werd met den tocht een aanvang gemaakt door Jan Rossingeyn, die vooruit gezonden werd naar Siau, het vroeger door Reaal veroverde eiland, om aldaar Kaitjil Kaluwan in plaats van den naar Manila vervoerden ouden Koning, als zoodanig aan te stellen. Den 11en Sept. ging het tweede deel van de vloot onder bevel van Reaal van Ternate onder zeil. Het bestond uit zeven schepen. Het admiraalschip De Son, Groot Hoorn, Seelandt, Ceylon, Middelborch, Patana en De Hope. Reeds den 15en derzelfde maand kwamen ze voor Siau, waar zich Jan Rossingeyn met De Arend, De Hollandsche Leeuw en De Maen bij de vloot voegde, zoodat deze nu bestond uit tien schepen. Nadat Sangir was aangedaan, kwam den 26en het eiland Tagima (tegenwoordig Basilan) in het gezicht en bereikten zij den 29en Samboangan aan de zuidpunt van Mindanao, waar zij veel ververschingen bekwamen van de inwoners die hen tevens was en "canello de matto" te koop aanboden. Drie dagen later wierp de vloot voor La Caldera het anker uit, waar de Mindanaers, zoowel als de bewoners van den Soeloe-archipel, onzen vlootvoogd hulp aanboden, terwijl de laatsten te kennen gaven niet te twijfelen, of hun koning zou eerstdaags komen. Reaal zeide echter niet te kunnen wachten, daar de moesson bijna verloopen was. Als hun vorst ons echter wilde volgen, dan zou hij ons te Otong of elders kunnen aantreffen. Spoedig zeilden zij dan ook naar het eiland Panay en kwamen daar den 14en Oct. in de haven van Ilo-Ilo aan. De Spanjaarden, door Geronimo de Silva op de hoogte gebracht van Reaal's komst, namen, zoodra deze zich met zijn vloot vertoonde, in de bosschen van het eiland de wijk, daar zij zich niet sterk genoeg gevoelden den Hollanders het bezit van het houten fort te Otong te betwisten. Hier besloot Reaal te landen om den vijand door "branden en blakeren" zooveel mogelijk afbreuk te doen. De dorpen Jaro, met een zich daar bevindend klooster, Arevola en Otong in de nabijheid van Ilo-Ilo werden met den grond gelijk gemaakt en alles wat waarde had medegenomen. Hetzelfde lot ondergingen twee fregatten en vele op de rivier liggende fusten. Ook werden er 110