Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


De bravoos voor Carrel en de vivats voor Italië weerklonken van alle kanten; ieder haastte zich, de groote gebeurtenis te vieren. Niet lang mocht deze vreugde duren. Alles bleek geheel anders; de gidsen keerden terug, ontstemd, ontmoedigd, vol schaamte en spijt. "Het is maar al te waar, zeiden zij; wij hebben ze met onze eigen oogen gezien, zij hebben steenen op ons doen afrollen!

Het was zijn wensch, den top te bereiken langs de helling aan de zijde van Italië, ter eere van de vallei, waar hij geboren werd. Eens had hij alle troeven in de hand; hij speelde zoo goed hij kon, maar een enkele fout deed hem het spel verliezen. De tijden zijn sedert veranderd voor Carrel.

Ik weet het niet; maar zeker is het dat mijne wonden al spoedig genezen waren en dat ik na verloop van eenige dagen weer op de been was." Dit noodlottig ongeval, waarbij hij op den rand des verderfs was geweest, vermocht den heer Whymper niet af te schrikken. Den 23sten derzelfde maand begaf hij zich weder op weg met Jean Antoine Carrel, een jager Cesar genaamd, en Meynet.

Er bleven dus slechts 500 el te beklimmen over; maar geen menschelijke voet had nog ooit dit gedeelte des bergs betreden, en hier waren de geduchtste hinderpalen en moeilijkheden te wachten, Er viel niet aan te denken, om alleen en onverzeld den top te bereiken.... Om sommige gevaarlijke punten te kunnen passeeren, waren er minstens drie mannen noodig, volgens Carrel zelfs vier.

De derde poging werd beproefd in de laatste dagen vau Augustus 1860. De heer Vaughan Hawkins vertrok toen van Val Tournanche, met de gidsen Bennen en J. Jacques Carrel. De heer Tyndall vergezelde hem. Hij hield met Carrel stil op honderd el boven den Schoorsteen: Bennen en de heer Tyndall stegen nog ongeveer twintig el hooger, maar zagen zich toen ook genoodzaakt terug te keeren.

Het weder was onstuimig en stormachtig. In den avond van den volgenden dag begaf de heer Whymper zich naar Val Tournanche, om een kranken landgenoot te bezoeken. Daar ontmoette hij een vreemden reiziger, vergezeld van een muilezel en van personen, die zijne bagage droegen: onder die dragers bevonden zich ook Jean-Antoine Carrel en Cesar.

De heer Whymper sprak hen aan, en eene niet zeer aangename woordenwisseling volgde. Echter werd nu weder afgesproken, dat men elkander te Breuil zou ontmoeten; maar Carrel en Cesar verbraken hunne belofte: zij vertrokken om den Matterhorn te beklimmen met een Italiaan, den heer Giordano, ingenieur der mijnen. Woedend over deze teleurstelling, besloot de heer Whymper zich naar Zermatt te begeven.

Men zou den 9den den col Saint-Théodule overtrekken, en den 10den de tent, zoo hoog mogelijk aan de oostelijke helling opslaan. Carrel aarzelde om den ouden bekenden weg te verlaten. De heer Whymper beloofde hem, dat als de nieuwe weg niet de verwachte resultaten opleverde, men tot den ouden zou terugkeeren. De achtste Juli ging geheel voorbij met de toebereidselen voor den tocht.

Den volgenden morgen beklommen Carrel en de heeren Macdonald en Whymper, zonder te groote inspanning, dien zoogenaamden Schoorsteen: Pession volgde hen, maar aan het boveneinde gekomen, verklaarde hij zich te ziek te gevoelen om nog hooger te kunnen klimmen. Carrel wilde zonder zijn vriend niet verder gaan.

Toch gaf hij den moed nog niet op: reeds den 9den Juli klom hij met zijn vriend Macdonald, Jean-Antoine Carrel en Pession, nogmaals naar den col du Lion. Het was heerlijk schoon weer. Volgens den raad vau Carrel, werd het bivouak voor den nacht opgeslagen aan den voet van den Schoorsteen, op de oostelijke zijde der berghelling, ter hoogte van 3825 el.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek