Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
Maar Ameye was weer aan 't vertellen en trachtte met diepe woorden 't zachte vergaan van dees tijdelijke leed te doen voelen. Ze luisterden wel naar hem, zagen wel een wijlken lang de troostvolle beelden opflikkeren, die hij ontstak in hun gepeinzen.
Een van dees me ontwaken deed: 'k Ging u troosten, daar gij lijdt. Ziet gij niet naadren van het Oost en 't West Twee wezens? glijden tot één dierbaar nest Duiven niet zoo, een tweelingpaar gevoed Door de atmosfeer die alles leven doet, Op snelle, stille vlerken naar omlaag? En hoor! die stemmen zoet, toch vol geklaag: 't Is leed vermengd met liefde tot éen lied. Spreekt gij nog, zuster?
Almachtig, had de schande ik willen deelen Dier snoode dwinglandij, hing ik niet hier Genageld aan dees bergwand aadlaar-tartend, Zwart, wintersch, dood, onmeetlijk; zonder kruid, Insect of beest, vorm of geluid van leven. Wee mij! helaas! pijn, pijn, eeuwig, voor eeuwig! Geen wissling, rust noch hoop! Toch houd ik vol. Ik vraag aan de Aard, voelden de bergen 't niet?
Het is noodig en het is schoon de gronden aan te toonen, waarop rustend en werkzaam was dees uitzonderlijk emotioneel verschijnsel: een man getuige van zijne aldoor rhythmische gebaren en toch, in geeste, niet de bewuste dader er van.
De avond somberde deugdelijk om hen henen, en de klaarte van 't vuur sloeg al breeder uit en strengelde hun beider hoofd in éen laaien ring van vlammen. Voele 'k u? Zijt gij 't, lieve? Hier zijn uwe lippen.... Voele 'k u gansehelijk? Me dunkt, daar zullen geen dagen meer komen, en dees is de laatste dag.... 't Is eene eeuwigheid, die begint.
Dees arm is my genoeg, dees heirbijl in mijn vuist, En 't vuur dat door mijn borst in stroomen zwavels bruischt! Mijn vrienden, 't waar vergeefsch, hier aan uw zij' te sterven; U wreken is mijn plicht, en dan, het licht te derven. Ja u, mijn gade, en kroon, en 't overstelpt Heelal Dat nooit in kluisters stort, dan met zijns konings' val!
Toen zei 'k tot u: Panthea, zie mij aan: Maar in de diepte van die dierbare oogen Zag ik nog altijd: "Volg, o volg!" "O volg!" De rotsen, op dees klaren voorjaarsmorgen, Spotten met onze stem, als spraken geesten. Het is een wezen zwevend rond de rotsen. Wat fijne heldere geluiden! Luister! Echo's wij, luister! Wij wijlen niet: Als dauwdrups luister Ge kort maar ziet Zee-geboorne! Hoor!
Maar wilt ge waarlijk dat ik u vertelle hoe die arme vrouw in dees vervloekte huis is binnengevallen, en hoe ellendig Verlat zich heeft voorgedaan? Hoop niet dat ik er een genoeglijk spektakeltje van wil maken. Ik weet zelf niet of die Verlat mij nog .... Zeg maar. Wat wilt gij mij uit den mond halen? Gij weet zelf niet of .... of hij u nog mogelijk is geworden. Niet?
Of het echt-katholieke kunstjuweel de kruisberg tot het jaar 1624 behoort, hebben wij hier niet te beslissen, daar een gedicht van 1625 of 26 op Paus Urbanus VIII, uit het Latijn zijns broeders vertolkt, nog duidelijker eene katholiseerende strekking verraadt en luide genoeg datgene huldigt, wat een gruwel moest zijn in het oog van ieder Protestant, te weten: het kerkelijke of liever het pauselijk oppergezag in het Katholicisme: Dees is de groote Sleutelvoogd Van 's Hemels poorte; rust nu, poogt Niet meer te weten: buig uw knien En kus zijn voeten wijd ontzien.
De demokratie voedt op dees oogenblik de uitzonderlijke eenlingen die de geestelijke meesterschap zullen handhaven en de kampioenen zullen zijn van eene uitverkoren beleefdheid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek