Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 mei 2025
Almachtig, had de schande ik willen deelen Dier snoode dwinglandij, hing ik niet hier Genageld aan dees bergwand aadlaar-tartend, Zwart, wintersch, dood, onmeetlijk; zonder kruid, Insect of beest, vorm of geluid van leven. Wee mij! helaas! pijn, pijn, eeuwig, voor eeuwig! Geen wissling, rust noch hoop! Toch houd ik vol. Ik vraag aan de Aard, voelden de bergen 't niet?
Daar hoort men de altijd-door bewogen lucht, Erbuiten fluisterend van boom tot boom, Vogels en bijen, en in 't rond zijn zetels Van mos; de ruwe wanden zijn bekleed Met lang zacht gras: 't is een eenvoudge woning, Die de onze zijn zal; waar wij neergezeten Veel zullen spreken over tijd en wissling, Wanneer de wereld ebt en vloedt, doch wij Dezelfden blijven.
Van den hemel naar het water, van de wachtende huizen naar de zwarte dringende mannen, ging eene wissling van zilverflets huivren, alsof iets ruws was gebeurd, iets dat het diepste wezen der huizen door-angstigd, de ruiten verschrikt, de kozijnen in wondring gezet, het water vergrauwd, als tobde het na in ontsteltnis. Dit dit vreemde, dit over-het-leven-heen-witte, dit stokkend-beklemmends van 'n ongeweten geluid in zenuw-wakkren nacht, trof 'm zóó dat-ie rondkeek en omkeek en
Nog weinig jaren en daar treedt, Gebukt, vergrijsd in lief en leed, Uw speelnoot aan met wanklen voet, Mijn beekje'! en brengt u d' afscheidsgroet. Mijn doffe blik zal dan misschien Uw glinstring door een nevel zien, En mooglijk dringt dan tot mijn oor Uw vroolijk murmlen niet meer door. Dan sterf ik Maar onaangedaan Ziet gij des waerelds wissling aan.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek