United States or Saint Lucia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Alle steunsels mogen wijken, Dit weêrstaat de zwaarste last. Vreest uw scheepjen voor bezwijken, Eeuwig houdt dit anker vast. Laat des Heeren Woord u laven! Laat het schijnen voor uw voet! Zelfs de bange nacht der graven Wordt verhelderd door zijn gloed. Blijf aanbidden en gelooven! Sta uw besten schat niet af! Laat u 's Waerelds haat niet rooven Wat u 's Hemels liefde gaf! Houd het vast!

Hemelvreugde doet het bloeien In het hart tot God gekeerd. Hemelvuurvlam doet het gloeien, Die verwarmt maar niet verteert. Kiemen, die verstorven lagen, Spruiten onverganklijk voort; Alles zal hèm vruchten dragen, Die gezaaid heeft met Gods Woord! 't Is een straal uit Hooger Sfeeren, Die des waerelds nacht verblijdt. 't Is de sterke hand des Heeren, Die ons vasthoudt in den strijd.

Ja, als ik sterf, dan sterf ik U, Want, Heer! Uw dood verwerft reeds nu Mijn ziel een eeuwig leven! Nu Gij den dood verwonnen hebt, Blijf ik in 't graf niet rusten: Mijn ziel, die reeds de vleugels rept, Vreest 's waerelds leed noch lusten. Waar Gij nu zijt zal ik eens zijn!.... Gegroet dan, eeuwge Zonneschijn, En blijde Hemelkusten!

Zoo was Hij niet, die met gelijke kracht geliefd heeft, en gehaat met ziel en zinnen, en zich van 's Waerelds einddoel en beginnen en d'eigen Waarheid zeeker heeft geacht. Maar in mij gloort een vonk van nieuwen dag, wèl ongewis nog en in hachlijk beeven, maar voorboô van een ruimer, schooner leeven dan 't allerschoonste wat mijn held ooit zag.

Maar de Hoop verguldt de zoomen Van des waerelds nachtgordijn: Jezus komt eens en volkomen Zal dan mijn Verlossing zijn! Houd u met volstandig harte Biddende aan uws Heeren Woord! Onder 's waereld smaad en smarte Biedt het u een toevluchtsoord. Schuil in Zijn beloftenissen Met een stillen kinderzin! 't Zal uw krank geloof verfrisschen, 't Stort u licht en leven in.

Nog weinig jaren en daar treedt, Gebukt, vergrijsd in lief en leed, Uw speelnoot aan met wanklen voet, Mijn beekje'! en brengt u d' afscheidsgroet. Mijn doffe blik zal dan misschien Uw glinstring door een nevel zien, En mooglijk dringt dan tot mijn oor Uw vroolijk murmlen niet meer door. Dan sterf ik Maar onaangedaan Ziet gij des waerelds wissling aan.

Doorploeg' wien 't lust den wijden plasch Met volgetaste barken! En zeile hij naar 's waerelds as Met uitgespannen vlerken: Ik blijf aan 't strand! Ik zag in 't meir Zoo menig een begraven; En zet me aan 's Heeren voeten neêr, Niet verre van de haven! "Uit Hem zijt gij in Christus Jezus, die ons geworden is wijsheid van God en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing."

Wel nou Pietje, zei zy, weetje nou wel, dat jou Juffrouw nou in zo een slegt huis woont, en zoo waerelds gekleet gaat?

Omtrent den jaare 1200 was de stad Staveren noch, van oude tyden af, in groot gezach, en dreef zwaare koopmanschappen door alle de gewesten des waerelds, zo dat de inwoonderen, door weelde en dartelheid, zelfs goud aan hunne stoepens lieten slaan. Waar van zy noch ten huidigen dagen genoemt worden: De verweende Kinderen van Staveren.

Evenwel het is Jan Edeling; en ik geloof, dat de oude Heer, om geen waerelds goed, het anders zou dulden. Alles gaat naar wensch: den gehelen nagt geslapen als een roos; het Kind ook. Zy is reeds in allen opzichte Moeder: 't is een bekoorlyk Kraamvrouwtje!