Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 mei 2025


Wanneer zij beiden de kamer en het huis van Nieuwland verlaten hadden, spraken de overblijvende personen nog lang over dit onverwacht bezoek. De twee Dekens in de straat zijnde, begon Deconinck: "Meester Jan, gij weet dat de Leeuw van Vlaanderen altijd de vriend des volks geweest is, diensvolgens is het onze plicht zijn dochter als een heiligdom te bewaken."

Zijn lippen bewogen zich wel, maar geen woord kwam uit zijn mond; eindelijk rolden twee blinkende tranen op zijn wangen tranen van razernij en wraaklust. "O Leeuw van Vlaanderen!" barstte hij uit. "Zo handelen zij met uw kinderen. En zal ik dit gedogen? Neen, bij mijn zaligheid, neen. Het is gedaan, Deconinck het is gedaan. Ik luister naar niets; heden moet ik bloed zien, veel bloed of ik sterf!"

Hij herkende Deconinck aan deze woorden: "Dat er rustigheid en moed in uw harten zij, mijn gezellen! Niemand verlate zijn gelid! En gaat niet te driftig voort, opdat er geen wanorde onder u kome. Vooruit de derde schaar! Sluit op, de tros! Hopman Lindens, breek uw linkervleugel!" "Bij God!" riep Jan Breydel, toen hij bij Deconinck genaderd was. "Gij vermaakt u met schone oefeningen.

Zij betrouwden zich echter ten volle op de voorzichtigheid van de Deken der wevers, en zonden hun dienaren in verschillende richtingen, om hen voor een onverwachte verrassing te beveiligen. Deconinck ving aldus aan: "Mijne heren, de gevangenis onzer doorluchtige Landheren is de Bruggelingen zeer smartelijk geweest.

Uw edelmoedigheid verzekert mij dat gij deze jonge dochter van de Leeuw van Vlaanderen tegen het geweld der Fransen zoudt beschermen, indien het nodig ware." Deconinck was een man uit het volk geboren; maar een dier zeldzame zielen, die met verstand en vernuft begaafd, als beheersers hunner tijdgenoten ter wereld komen.

"Dit heb ik reeds overlang gedacht," antwoordde de Kanselier Pierre Flotte, "want hij beziet ons als een wolf en luistert als een haas." "Ha! Ha! Nu weet ik wie het is," riep De Chatillon. "Hebt gij nooit horen spreken van een wever met name Pieter Deconinck die te Brugge woont?"

Deconinck boog zich diep en zeer ootmoedig voor haar; intussen bezag het meisje hem met verbaasdheid, want zij wist niet wie hij was. Terwijl hij in deze houding voor haar stond, hoorde men eensklaps een groot geraas in de gang, alsof twee mensen bezig waren met kijven. "Wacht dan!" riep een van hen. "Dat ik ga vragen of gij moogt binnengaan." "Wat?" riep een andere stem met meer kracht.

Geen enkele straat was zonder bezetting: de stad was in al haar delen vervuld met Klauwaards, die nu slechts het teken om te beginnen afwachtten. Deconinck stond op het midden der Vrijdagmarkt; na een korte bedenking, sprak hij de vloek der Fransen uit, roepende: "Vlaanderen de Leeuw! Wat wals is, vals is! Slaat al dood!" Die roep, het vonnis der Vreemden, liep door vijfduizend monden.

Onderwijl hadden de meeste Dekens, door Deconinck overtuigd, het droeve middel als heilzaam aangenomen, en zouden de stad wel gaarne overgegeven hebben; maar nu was dit door Breydels tegenkanting onmogelijk geworden.

Een wever met name Brakels, die reeds tweemaal Deken was geweest, stond van zijn zetel op en onderbrak de redevoering van Deconinck met de volgende woorden: "Gij spreekt altijd van slavernij en rechten! Maar wie zegt ons dat de heren Wethouders ons willen te kort doen? Is het niet beter dat men de acht Groten betale en de rust behoude? Want gij kunt het wel voorzien, er zal bloed vergoten worden.

Woord Van De Dag

wanordelijkheden

Anderen Op Zoek