United States or Indonesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Door die wijze maatregelen deed Deconinck al de gedachten, al de pogingen tot één doel strekken, en bewaarde zijn vaderstad voor die menige onheilen, welke een grote beroerte, hoe edelmoedig ook, altijd met zich sleept. Men zou gedacht hebben dat het nieuwe Bestuur van Brugge zich door lange jaren had bevestigd.

Echter liet hij zich hierdoor noch door de ondervragende blikken van Meester Rogaert ontstellen. Hij ontdekte zijn hoofd, boog zich haastiglijk voor al de bijzijnde personen en ging recht bij Deconinck. Hem gemeenzaam op de schouder kloppende riep hij: "Wat duivel, Meester Pieter, ik zoek alreeds twee uur naar u.

In dit uiterst ogenblik, in dit aaklig stervensuur herinnerde De Mortenay zich de woorden en de belofte van Deconinck; hij was blijde dat hij de Landvoogd nog redden kon en riep: "Ik ben De Mortenay, men late mij door!" De Klauwaards lieten hem met eerbied doorgaan en hinderden hem geenszins.

Hij naderde met trotse stap voor de Wethouders en riep: "De ambachten van Brugge beroepen u of gij Deconinck wilt loslaten of niet! Verzint niet lang, ik raad het u." "Meester Breydel," antwoordde Van Gistel, "het is u niet geoorloofd in deze zaal te treden. Verlaat dezelve spoedig!" "Ik vraag u," hernam Jan Breydel, "of gij de Deken der wolwevers wilt loslaten?"

De beenhouwers, die de toorn van hun Deken verstaan hadden, volgden hem in wanorde en van wraaklust vol. "Sla dood! Sla dood!" huilden de scharen als razend. "Sla dood de verrader Deconinck! Deconinck!!" Het leven van de Deken der wevers was in groot gevaar; echter zag hij deze woedende menigte op zich aankomen zonder de minste ontsteltenis op zijn wezenstrekken te laten blijken.

In het hart van Deconinck was wel zoveel rust en koelheid, maar minder hoop op geluk: hij begreep dat het onmogelijk was het geweld der vijanden te wederstaan; want de reuzenstaltige springalen en hoge torens gaven de Fransen te veel voordeel op de Burgers, die van zulk oorlogstuig niet voorzien waren.

"Edele heer," antwoordde Deconinck, het hoofd oprichtende, "indien ik bevelhebber was, zou ik mij op de volgende wijze gedragen: in aller haast zou ik met de ambachten van Brugge naar Kortrijk vertrekken om de Kastelein van Lens te verjagen, dan zouden de Fransen die stad niet als de steunplaats hunner werkingen in ons land kunnen gebruiken; daardoor zouden wij een veilige bergplaats voor de vrouwen en kinderen en voor onszelf hebben, want Kortrijk met het kasteel is sterk, terwijl Brugge, gelijk het nu is, geen enkele stormloping kan uitstaan.

"Mijn ongelukkige vriend," sprak Deconinck hem toe, "bedaar om Gods wil." "Bedaar! Bedaar!" herhaalde Breydel. "Ben ik niet bedaard? Hebt gij mij ooit zo rustig gezien?" "O mijn vriend," hernam de Deken der wevers, "hoe bitter is het lijden uwer ziel! Ik zie de dood op uw gelaat. Troosten kan ik u niet, uw ongeluk is te groot; ik weet niet welke balsem zulke wonden helen mag."

Nu las hij met luider stem: "Wij, Gwyde van Namen, in de naam van onze Graaf en broeder Robrecht van Bethune, Leeuw van Vlaanderen, aan allen die deze lezen of horen lezen zullen, heil en vrede! In aandacht nemende de goede en trouwe diensten die den Lande van Vlaanderen en onszelf door meester Deconinck en door meester Breydel van Brugge zijn bewezen;

Het dagelijks bezoek en de onophoudende wacht van Deconinck, konden hem in den eerste niet verzekeren; maar wanneer hij na enige weken nog niet door de Fransen ontrust was, begon hij te denken dat zij de Jonkvrouw van Bethune vergeten hadden en niets tegen haar wilden ondernemen.