Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
"Laten we naar huis gaan." "Woont u ver hiervandaan?" "Rue Royale-Saint-Honoré, 10." Colline was bij een vroegere gelegenheid eens in dit huis geweest en herinnerde zich, dat het een prachtig heerenhuis was.
"Neem plaats heeren," antwoordde Marcel, "dan zal ik u het mysterie ophelderen." "Wat zoudt u ervan zeggen, als we die opheldering eens besproeiden?" waagde Colline op te merken. "En daarbij familiaar een stukje aten?" voegde Rodolphe eraan toe. De vier jonge mannen zetten zich aan tafel en openden een hevigen aanval op een stuk koud kalfsvleesch, dat de wijnhandelaar hun afgestaan had.
Het is niet goed, dat de mensch alleen zij." Toen Rodolphe 's avonds bij Mimi kwam, waren zijn eerste woorden: "Ik heb nieuws. Musette is dol op Marcel en wil niet van hem vandaan." "Arme meid!" zeide Mimi. "Zij had zoo'n gezonde eetlust." "En van zijn kant is Marcel smoor op Musette. Zijn liefde is zes-en-dertig karaat, zooals die intrigant van een Colline zou zeggen."
Schaunard keek eenigszins verward om zich heen en mompelde: "Het is verwonderlijk, hoe veel mooier mijn kamer geworden is." "Nou, ben je nu overtuigd?" vroeg Colline hem. Maar Schaunard had zijn piano in het oog gekregen, ging er naar toe en begon gamma's te spelen.
"De ongelukkige!" riep Colline uit; "wat heeft hem bezield mijn overjas mee te nemen?" "Het is een vergissing." "Maar mijn boeken..... hij kan er een slecht gebruik van maken." "Wees maar niet bezorgd: hij zal ze niet lezen," zeide Rodolphe. "O, ik ken hem! Hij is in staat er zijn pijp mede aan te steken!"
Negen uur: Eerste lezing van de verhandeling over de afschaffing van de straf van het treurspel. Negen en een half uur: Dispuut tusschen den hyperphysischen wijsgeer Gustave Colline en mijnheer Alexandre Schaunard over vergelijkende philosophie en meta-politiek. Om iedere lichamelijke botsing tusschen de twee tegenstanders te vermijden, worden ze beiden vastgebonden.
"Alle duivels!" zeide Rodolphe met een toespeling op den krijgsman en zijn robuste vriendin, "dat zijn een paar ketters, die er niet aan denken, dat wij in de vasten zijn." En hij ging de straat op naar een van zijn vrienden, die in de buurt woonde. "Als Marcel thuis is," zeide hij tot zichzelf, "dan kunnen we den avond doorbrengen met eens lekker Colline over den hekel te halen.
"He, luisteren jullie eens," zeide hij, terwijl hij verschillende accoorden aansloeg; "Bravo, het dier heeft zijn baas herkend: si la sol, fa mi ré! O, bliksemsche ré! Jij verandert ook nooit. Ik zie wel, dat het mijn instrument is." "Hij houdt vol," zeide Colline tot Rodolphe. "Hij houdt vol," herhaalde Rodolphe tegen Marcel.
"Alle duivels!" riep Schaunard, thans zeer angstig, uit; "mijn piano speelt nog altijd, dat is tooverij!" "Phantasma .... gorie," huilde Colline, terwijl hij een der flesschen, die hij in zijn hand had, liet vallen. "Phantasie," krijschte op zijn beurt Rodolphe.
"O neen," zeide Schaunard op sentimenteelen toon, "laten we elkaar niet meer verlaten." "Dat is zoo," merkte Colline op; "je bent hier erg op je gemak." "U een oogenblik verlaat," ging Rodolphe voort, "morgen verschijnt de Echarpe d'Iris , een mode-tijdschrift, waarvan ik hoofdredacteur ben, en ik moet de drukproeven nog corrigeeren. Binnen een uur ben ik terug."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek