Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
En Colline nam de rozen en verborg ze in een kast, waarin ze alles en nog wat bewaarden. "Maar dat is niet alles," ging hij voort; "de heeren wenschen, alvorens op meer intiemen voet met u te komen, ieder afzonderlijk een onderzoek in te stellen naar uw karakter, uw smaak enz."
Reeds lang brand ik van verlangen, om kennis met u te maken, maar tot nog toe heb ik geen gunstige gelegenheid gevonden, om mij aan u voor te stellen. Veroorlooft u mij deze, welke zich thans voordoet, aan te grijpen?" "Zeker, zeker," zeide Colline, die dadelijk begreep waar de vreemdeling heen wilde. Rodolphe en Marcel bogen, zonder iets te zeggen.
"Daar is geen sprake van," antwoordde Colline; "de jonge man zou gaarne in onzen kring worden opgenomen; hij wil aandeelen in onze maatschappij nemen en, zooals van zelf spreekt, ook de voordeelen daarvan genieten." De drie bohémiens keken elkaar aan. "Het voorstel is ingediend," eindigde Colline; "de discussies erover kunnen geopend worden."
"Ik heb hem eens flink op zijn plaats gezet," zeide hij, terwijl hij op Rodolphe wees, die aan het tafeltje van Schaunard en Colline was gaan zitten. "Wat een stommeling!" zeide deze tot de twee jonge lui, terwijl hij naar den ambtenaar wees.
Colline zette het glas, dat hij juist naar zijn mond wilde brengen, weer op tafel en vroeg met een zeer ernstig gelaat aan den vermetelen Carolus: "Cultiveert u de schoone kunsten?" "Ik bebouw op bescheiden wijze deze edele velden der intelligentie," antwoordde Carolus, die de vlag van zijn kunst meende te moeten toonen.
Gedurende dit tumult schudde Colline den vloed van welsprekendheid, die hij tusschen de plooien van zijn witte das verborg. Toen de stilte weer hersteld was, ging hij verder: "Mijne heeren, met één enkel woord zal ik de hersenschimmige vrees, die de vermoedens van Marcel misschien ten opzichte van Carolus in u wakker geroepen hebben, doen verdwijnen."
"Maar", vroeg Colline, "afgezien nu van de litteratuur, wat is je meening omtrent Carolus?" "Barbemuche is een fatsoenlijke jonge man. Trouwens jullie kunnen persoonlijk je waarnemingen doen: Carolus wil ons n.l. een voor een als gast hebben. Schaunard is voor morgen te dejeuneeren gevraagd.
"Lieve Hemel!" zeide de concierge; "die jonge man is toch vrij om te doen of te laten wat hij wil; als mijnheer mij zijn naam wil zeggen, dan zal ik mijnheer Rodolphe zeggen, dat u hier geweest is." "Neen", zeide Colline, "nu ik eenmaal weet waar ik hem vinden kan, zal ik wel terugkomen." En hij ging heen, om zijn vrienden het groote nieuws te gaan vertellen.
"Maar," vervolgde Marcel, "ook ik ben op mijn kamer." "Maar mijnheer," viel Rodolphe hem in de rede, "als onze vriend toch ...." "Ja," vervolgde Colline, "als onze vriend ...." "En als u u van uw kant herinnert, dat ....", voegde Rodolphe eraan toe, "hoe komt het dan ...." "Ja," echode Colline, "hoe komt het dan ...."
"Ik heb zoo'n vreeselijke pijn aan mijn voet en dat hindert me. Die Carolus heeft een voet als een jong meisje." "O, als het anders niet is," vond Colline, "dan zullen we hem aan zijn verstand brengen, dat dit zoo niet langer gaat en dat hij "in den vervolge" zijn laarzen een paar nummers grooter moet laten maken. Wees maar gerust, dat zal ik wel in orde brengen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek