Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juni 2025
Wij hebben ons erg goed gehouden, is het niet, Roodkapje?" "Ja, dat dunkt mij ook." "Jij moet nu ook maar eens gauw een keuze doen, Cilly," zei grootmama lachend en met een veelbeteekenend knikje. "Dat is niet meer noodig, grootmoedertje, dat weet u wel," zei Cécile, trotsch het hoofd in den nek werpend. "Het is nu bijna September en over een dag of tien wordt mijn engagement publiek."
Zij deed echter precies of ze alleen was, sloeg een bladzijde om en bleef ijverig in het boek kijken. Het was eenvoudig niet om uit te staan, vond Elsje. "Cilly," zei ze. Cécile keek op. "Och kind, noem mij als 't je blieft maar Cécile, dat spreek je in ieder geval beter uit dan Cilly. Het is of je tien s's in het woord brengt, zoo dwaas en ordinair komt het er uit. Wat is er?"
"Ik word heelemaal somber door dien aanhoudenden stortregen vandaag. Wil je eens wat zingen, Louise, en heeft Cilly moed, je te accompagneeren?" "O ja zeker," riepen de beide meisjes tegelijk uit. Frits deed de piano open en even later klonken de vroolijke tonen van een Fransch liedje door de kamer. "Alleraardigst!" riep grootmama, toen het uit was.
Het was zeker niet meer dan natuurlijk dat Cécile, onder de bestaande omstandigheden, weinig of niets voelde voor den dood der brave, oude vrouw, die zulk een trouwe, goede moeder voor Cécile's eigene mooie moeder was geweest, maar mevrouw d'Ablong voelde toch een steek in haar hart, toen Cilly, terwijl ze bij de voordeur afscheid van haar nam, bedaard zei: "Als het er is, neemt u dan een portret van uw moeder mee, mama?
Gaat u niet naar bed? Dat vervelende kind zal wel terug komen, daar zou ik me niet ongerust over maken." "Ik hoop het hartelijk," zei hare moeder, "maar natuurlijk ben ik ongerust, Cilly, dat spreekt nu toch waarlijk van zelf. Ik wou dat ik Elsje hier maar nooit te logeeren had gevraagd."
"Ik loop met Elsje. Mag ik met Elsje?" vroeg Liesje, toen het gezelschap zich in beweging zette om naar huis te wandelen. "Ja, maar ik loop ook naast Elsje," zei Frits. "Kijk eens Cilly, heeft Roodkapje mijn hoed niet mooi versierd?" "O, stond ze daarom zoo ongeneerd vlak bij je?" vroeg Cécile scherp. "Zoo, heb je dat nog net gezien? Ja, ja, Roodkapje en ik zijn beste maatjes."
"O dag Frits, hoe vreeselijk gezellig!" zei ze, terwijl ze hem hare beide handen toestak. Thans keek ze volstrekt niet trotsch of uit de hoogte. "Dag Cilly," zei hij, lachend opstaande. "Wat een eer, dat je zóó blij bent me te zien! Neen, je hebt me je twee handen gegeven, nu houd ik ze ook vast. Kom, wat krijg ik nog meer? Ik ben je eigen neef en vroeger kreeg ik altijd een...."
Wat stond jou die altijd beelderig, Cilly; het is eigenlijk jammer dat je dat japonnetje nooit meer draagt." "Die kleur wordt nu al weer zoo ouderwetsch," zei Cécile. De lichtgroene jurk paste Elsje niet. Hare armen gleden gemakkelijk door de ruim neerhangende mouwen heen, maar de rok was te lang en het lijfje veel te nauw.
Elsje stond dadelijk op en volgde haar naar de achterkamer, waar een klein tooneel was geïmproviseerd, terwijl de meisjes zich verkleeden moesten in een vertrekje, dat door een deur met de achterkamer was verbonden. Een tweede deur kwam op de gang uit. Loulou, Cato, en Emma waren er reeds, toen Cécile en Elsje binnen kwamen. "O Cilly, wat zie je er beelderig uit van avond!" riep Cato.
Als u eens wist hoe moeielijk ik het soms vind om mij niet aan haar te ergeren en niet driftig te worden, als zij rare dingen zegt of doet." "Nu kom Cilly, dat gebeurt nu toch zoo heel dikwijls niet meer." "Och, laten wij er maar niet meer over spreken, mama, wij worden het toch niet eens en dat zult u misschien heel dwaas vinden maar ik krijg er zoo'n hoofdpijn van.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek