Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juli 2025
Maar alles verandert, niets blijft zich steeds gelijk. Deze jettatore was een kleine man met een neus als van San Michaël. Daardoor kwam het dat hij nog veel meer kwaad stichtte dan een gewone jettatore. Hoeveel vaker steekt men zich niet aan de doornen van de roos, dan dat men zich brandt aan een netel. Een jettatore moest nooit volwassen zijn; zoo lang hij nog een kind is, heeft hij het goed.
Alving met een grooten doek om haar hoofd, staat in de serre en kijkt naar buiten. Regine, ook met een doek om, staat een beetje achter haar. MEVR. ALVING. Alles verbrand. Tot den grond toe. REGINE. 't Brandt nog in de kelders. MEVR. ALVING. Dat Oswald nog niet terug komt. Er is toch niets meer te redden. REGINE. Zal ik hem misschien zijn hoed gaan brengen?
"En wie heb ik te danken voor deze bevordering?" waagt Guy te vragen, want hij brandt van nieuwsgierigheid om den naam te vernemen van de dame, die naast hem zit. "Gij kunt mij Dona Hermoine noemen," antwoordt de schoone op een toon, die aanduidt, dat zij voldoende bekend is, om het geven van een nadere aanduiding als overbodig te kunnen beschouwen.
Op den wal was het toch iets lichter dan onder de boomen op de markt. En, ofschoon de wind onaangenaam koud is en de duisternis hem weinig bevalt, Ronner heeft weldra het eind der straat bereikt. Zoo, dezen hoek om; nu de glooiing op. Dit is de wal; rechts en links zijn boomen. Daar, in dat huisje, waar nog licht brandt, moet hij wezen. Wat is dat?
Maar neen, gij dwaalt, de vervolging der Fransen heeft uw ziel getroffen. O wanhoop!" "Gij vraagt een zoen?" antwoordde het meisje. "Neen. Een zoen aan een Fransman? Ga heen reik uw armen zo niet tot mij. Het zijn slangen die het venijn der oneer met zich dragen. O raak mij niet houd op booswicht! Uw zoen brandt op mijn voorhoofd. Hulp! O hulp!"
De vrederegter te Loenen vergunde echter nog aan Ds. Scholte zijnen neef in de gevangenis te bezoeken, hetgeen te Loosdrecht geweigerd was. Dingsdagmorgen werd Brandt wederom geboeid langs den grooten weg naar Utrecht gebragt en aldaar in het tuchthuis opgesloten. Ds.
... Hij, die mij niet meer bezien wilde, deed mij toch roepen om mij te zeggen goed te letten op het vuur, dat brandt in mijn lichaam, en dat mij zeker naar de helle zou leiden. En ik kon slechts weenen, want het vuur brandt in mijn lichaam, en het is mijne schuld niet. ... En in mijne armen gaf hij den geest.
En de trompet, en dat volk dat zoo loopt? Ons Heer moet zijn getal hebben. Waar brandt het dan toch? vroeg zij. In mijn hert, antwoordde Uilenspiegel. En hij vloog naar heuren mond. Gij bijt mij, sprak zij. Ik eet geerne kersen, zegde hij. Droef glimlachend keek zij hem aan. En schreiend sprak zij tot hem: Zet geen voet meer hier in huis.
Het vuur brandt er in een vaas op een steenen voetstuk. De oosthoek van de beide lange zijden wordt ingenomen door een rechthoekig vertrek in tegenovergestelde richting, veel langer van het Noorden naar het Zuiden dan het breed is van het Oosten naar het Westen en op zijn beurt verdeeld in verschillende compartimenten, zoodat men er tegelijkertijd verschillende diensten kan doen plaats hebben.
Heb je 't minder benauwd?" Als uit een zwaren slaap ontwakend, zucht zij diep, ligt een paar minuten doodstil en zegt dan fluisterend: "'k Ben zoo koud, en toch brandt het daarboven in mijne hersens." "Een zonderlinge toestand," denkt de dokter, als hij het bed weer nadert en de zieke nauwkeurig gadeslaat.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek