Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
»Nou,« wierp Bolter tegen, »als je me maar niet in gevaar brengt of me weer naar één van jullie politie-bureaux stuurt. Dat bevalt me niet; dat bevalt me heelemaal niet, zeg ik je.« »Er is niet het minste gevaar bij niet het minste of geringste,« zei de Jood; »je hebt alleen een vrouw in 't oog te houden.« »'n Ouwe vrouw?« vroeg Mr. Bolter. »'n Jonge,« antwoordde Fagin.
»Dat spreekt vanzelf,« zei Fagin. »Sommige sterrenwichelaars zeggen, dat drie het magische getal is en anderen zeggen zeven. Maar ze zijn 't geen van beiden, geen van beiden, mijn waarde. 't Is nummer één.« »Ha! ha!« riep Mr. Bolter. »Nummer één voor eeuwig!«
»Net tegen etenstijd om twee uur vanmiddag; Charley en ik zochten ons fortuin in den schoorsteen van het waschhok en Bolter kroop met zijn hoofd naar beneden in de leege waterton, maar zijn beenen waren zoo heerlijk lang, dat ze er boven uit staken en dus werd hij ook ingerekend.« »En Bet?« »Arme Bet!
»Geloof dat toch niet,« zei Fagin. »Als een man zijn eigen vijand is, dan is dat, omdat hij te veel zijn eigen vriend is; niet omdat hij om iedereen geeft, behalve om zichzelf. Poe! zoo iets ligt niet in de natuur van een mensch.« »En als 't er in ligt, dan moest 't niet zoo zijn,« zei Mr. Bolter.
Bolter. »Waarom praat je zóó met me; waarom spreek je niet dat ik je kan begrijpen?« Fagin stond op 't punt de geheimzinnige uitdrukkingen in gewone spreektaal over te brengen, waardoor Mr.
Bolter uit te leggen, hoe hij hoegenaamd geen gevaar liep door naar het politie-bureau te gaan; daar, nu er geen gewag was gemaakt van het zaakje waarin hij betrokken was en geen beschrijving van zijn persoon naar de hoofdstad was gezonden, hij hoogstwaarschijnlijk zelfs niet in verdenking stond, in Londen een schuilplaats te hebben gezocht, en dat, als hij zich voldoende vermomde, hij daar even veilig heen kon gaan als naar welke plek ook in Londen, in zoover het juist de laatste plaats was waar men veronderstellen kon, dat hij er uit vrijen wil heen zou gaan.
»Ze noemt me Noah; dat is een soort lief bijnaampje,« zei Mr. Morris Bolter, voorheen Claypole, terwijl hij zich tot Fagin wendde. »Begrijpt u?« »O ja, ik begrijp 't volkomen,« antwoordde Fagin en ditmaal sprak hij waarheid. »Goeiennacht! Goeiennacht!« Met vele goede wenschen en groeten ging Fagin heen.
Fagin deed alsof hij dezen uitroep niet hoorde. »Zie je,« ging hij voort, »wij behooren zoo bij elkaar en hebben zoozeer dezelfde belangen, dat het zoo moet zijn. Bijvoorbeeld, 't is jouw doel te zorgen voor nommer één voor jezelf dus.« »Natuurlijk,« antwoordde Mr. Bolter. »Daar heb je gelijk aan.« »Nou! Je kan niet voor jezelf zorgen als nommer één of je zorgt ook voor mij, nommer één.«
Bolter knikte toestemmend; Fagin bleef het verdriet van Charley Bates gedurende eenige seconden met blijkbare voldoening aankijken, ging toen naar dat jongemensch toe en klopte hem op den schouder. »Trek 't je maar niet aan, Charley,« zei Fagin troostend, »'t komt uit, 't komt zeker uit.
»In een kleine gemeenschap als de onze, beste jongen,« zei Fagin, die het als noodzakelijk beschouwde, de wederzijdsche positie nauwkeurig aan te duiden, »hebben wij een gemeenschappelijk nummer één, dat wil zeggen, je kan jezelf niet als nommer één beschouwen, zonder mij en al de jongelui ook als nommer één te beschouwen.« »O, duivels!« riep Mr. Bolter uit.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek