Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 oktober 2025


Je zou het kunnen vergelijken: den een met bidden en den ander met vloeken. Een levens-verneinend mensch vloekt, een levens-bejahend mensch bidt. Nu is mijn levensproces dit, dat ik door het geluk dat ik vind in mijn gezin, ook doordat ik rijper ben geworden, ben gekomen tot een levensberusting die echter nooit zegt: Wat is het leven heerlijk.

"En tot een zelfden God bidden," antwoordde Clara, "en door een zelfden troost getroost worden. Wat zoekt gij, vrouw Sijmens?" "Mijn paternoster," zei de oude vrouw. "Ik had het zoo even nog." "Als gij bidt," sprak Klaartje, "laat het zijn in een vast vertrouwen op de macht en de liefde van God. Zulk bidden zal u versterken, vrouw Sijmens, en God zal het verhooren.

En tot de zaalge zielen ginds vergaard Spreekt ze over u: "Hij heeft mij eer bewezen, Wijl hij mij prees in rijmen hoog geprezen, Altijd, zoolang ik leefde nog op aard." En zij bidt God, den allerhoogsten Heere, Dat hij u trooste en blij berusten leere. Aan Selvaggia.

Maar de landman, die langs dien dorren akker heenwandelt, die weet het, die voelt, dat het land dorstig is, en die bidt, dat de Heere den dorst van het land wegneme en lessche. En is ook dit niet uw beeld?

Van den eenen kant heet het: »Gij zult niet begeerenen toch van den anderen kant wordt u gezegd: »Bidt zonder ophoudenEn bidden, wat is dit anders dan begeeren? Sterk, dringend, met al de aandrift der ziel begeeren, en niet rusten, eer ge uw begeerte hebt. De diepe, gapende afgrond, waar dit sterke begeeren uit opkomt, is uw hart.

Hij is bij oogenblikken geheel vol met die bijzonderlijke aandacht, en dan zou hij wel gaarne zijlings omkijken naar pastoor Doening, den ouden priester, die roerloos zit en bidt. Hij durft niet omkijken, verlegen wegens de reden, die hem omkijken doet.

Hij maakt u goed, laat mij mijn eigen zin: Wat hij ú schenkt, dat zou hij mij ontrooven. „Gelooft ge aan God?” „Mathilde!” „Bidt gij aan?” „’k Gevoel mij klein bij

Zal ik 'm nou leere ... kost mijn ommers niks. Maar één ding neem 'k 'm kwalijk: die jonge bidt!... Tòch gaf 'k 'm me jas en me vest! Wie doet dat? Ik, Jean Charles Racier ... as atheïst!... En vannacht ben 'k van die cente uitgeweest ... daar zien 'k zoo bleek van ..." "Van de centen van mijn pak ... als atheïst zijnde!" Racier schrok schuw in elkaar. "Dáár heb 'k 'n steek late valle.

Psamtik liet den moed zinken, meenende, dat zelfs de geesten uit de onderwereld tegen hem te velde trokken." »Hij had met de levenden reeds de handen vol genoeg! De Perzen hebben goed gevochten. Niettemin zou zonder Bartja en zonder ons de slag verloren zijn geweest!" »Ongetwijfeld!" »Zeus Lacedaemonius, ik dank u!" »Bidt gij?"

En de heilige Joannes, zijn patroon, heeft hem de toelating gegeven de helle te verlaten. Alle dagen bidt hij den Heer Jezus voor hem. Hij moet maar zeven duizend jaar vagevuur meer doen: de Moeder Gods wil het, maar Satan verzet er zich tegen. Doch Maria drijft door wat zij wil. Zult gijlieden u verzetten tegen heuren wil?

Woord Van De Dag

beschouwt

Anderen Op Zoek