Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
"Gij hebt mijn woord," zeide Van Lintz: "en dat moet u genoeg wezen: morgen zal ik u verwachten. Tracht nu ongemerkt van hier te komen en de plaats te bereiken, waar uw rijtuig u wacht. Ik zal Martha bellen om te hooren of de uittocht veilig is."
Als de boeren een gedeeltelijke zons- of maansverduistering zien of meenen, dat een hagelstorm hen bedreigt, dan vergaderen zij in de dorpsstraten en allen mannen, vrouwen en kinderen slaan potten en pannen tegen elkaar, schieten pistolen af, luiden bellen, teneinde het dreigende monster vrees aan te jagen en te verdrijven.
De bok stapte weer even deftig als 's morgens, en hij keek eigenwijs om zich heen, de bellen rinkelden en de pluimen wapperden. De jongens vonden het prachtig, en zij reden het heele dorp door. 't Bleek een prettig dier te zijn. Als de jongens even uit de kar stapten, om naar een vink te zoeken, die zij hoorden fluiten in het riet aan den kant van het kanaal, bleef hij geduldig wachten.
Aan het hoofd der karavaan gaan de krachtigste paarden, uitgedost en opgeschikt als andalusische muilezels, en allen voorzien van koperen bellen van verschillende grootte: sommigen hangen om den hals der paarden en zijn niet grooter dan kleine schelletjes, zooals de schapen dragen; anderen, tot vijftig duim lang, hangen langs de zijden van het paard en geven een zwaar geluid, bijna als kerkklokken; dikwijls zijn zij, naar gelang van de grootte, in elkander gevat, zoodat iedere bel als het ware de klepel is van diegene waarin zij hangt.
"Alsof ik bellen blaas?" vroeg de knaap. "Net zoo," antwoordde de ingenieur. En Harbert blies zijn wangen op, blies en blies zoo goed in de buis, terwijl hij onder de hand zorgde deze onophoudelijk rond te draaien, dat de glazen massa uit elkander ging en opzwol. Een andere hoeveelheid deeg werd bij de eerste gevoegd en men verkreeg spoedig een bol, waarvan de middellijn ongeveer een voet bedroeg.
Ik, juffrouw! riep een stem. Om het déjeuner klaar te zetten. Dank je, Sofie, ik heb geen honger. Ik mag niet veel eten, zei de dokter. Wilt u dan niets hebben, juffrouw? Neen dank je, dank je. U zal dan wel bellen, als u iets verlangt, niet waar? Ja, ja. Zij hoorde de meid de trappen afgaan: zij hoorde borden en glazen licht rinkelen op het blad, dat zij weder meênam.
Mathilde dacht aan een dergelijken dageraad, nu tien jaar geleden.... Zij wischte echter hare tranen af. Zij hoorde bellen en Willem in de vestibule loopen. En ze hoorde hare moeder zeggen: Zeg aan den koetsier van mevrouw Van Raat, dat hij terug rijdt om meneer Paul te halen! Maar meneer is niet in de Laan van Meerdervoort; meneer is bij meneer Verstraeten. Gauw, Willem.
Dat kwam van de bellen, die met twee mooie pluimen op het tuig bevestigd waren. "Hoor eens! Hoor eens!" riep Jantje verrukt. "O, o wat mooi. O, ik weet zelf niet, hoe mooi het is. Nu den bok inspannen, Vader! Laten we hem dadelijk inspannen!" Dat gebeurde. De bok werd uit den stal gehaald en voor den wagen gezet. De tuigen werden hem omgehangen, en Jantje stapte in.
Haar bellen bestond in drie korte slagen met haar schaatsen tegen de voordeur, die dadelijk er op werd opengedaan. "Zoo, je hebt dus voor mij ook nog een oogenblikje kunnen vinden," klonk een diepe, aangename stem, terwijl haar ééne kleine handje bijna geheel in een paar groote, zachte mannenhanden wegzonk.
Het ging van mond naar mond, 't appel-vleesch met het spoeg van Saartje. Jan, die nou wist dat-ie niks meer kreeg, bukte opnieuw over het open, stinkende gat, morrlend met schop in de modder die blazende bellen boerde. "Sou-die diep sijn?" vroeg Meijer. "Noú!.... Je sou d'r smerig in versuipe òf-ie!", schreeuwde Jan, modder opleeplend en prettig neerklukkend.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek