Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juli 2025
Zeer vermoeid van dat vier en twintig uren achtereen schokken, stellen wij pogingen in het werk, om ons op ons gemak uit te strekken, en doen werkelijk een dutje, ondanks het gerammel van het rijtuig, het rinkelen der bellen, en de kreten en zweepslagen, waarmede de koetsier zijn paarden aanzet.
Het roode vliegennet kwam in beweging als een langzaam golvende bloedstroom, de bellen klonken, de keten rammelde, de twee zware wielen van de kar dreunden. Wij joegen den haan, die op de huif gevlogen was, weg, en onze tocht ving aan, terwijl Christoffel Hermans in 't blauw, en het groote paard in 't rood, wedijverden wie de grootste stappen konde nemen.
't Was dan ook een dwaas gezicht, dien bok te zien hollen, met de rinkelende bellen en de wapperende pluimen op zijn rug, terwijl de leidsels langs de kar zwierden, maar nog veel maller was het Jantje te zien, die zonder broek zijn bok naholde. Jantje met zijne dunne beentjes liep het hardst.
Stel u voor een hardnekkigen Oostenwind, die de kou in de kamer zweept, een kou, waartegen geen vuur helpt. Stel u voor een enkele vetkaars, die onafgebroken gesnoten moet worden. Stel u voor, een eentonig psalmgezang, uit de keuken weerklinkend. Welnu! en dan hoort ge bellen klinken, en vlugge voeten stampen de sneeuw van zich af op de stoep, en dan komt Gösta Berling de kamer in.
Sommige begonnen zelfs al te vliegen, en het was een gegons en gebrom, dat Mevrouw Van Koorde het bijna op hare zenuwen kreeg van angst. Zij durfde geen voet naderbij komen en deed niets dan schellen. Nu ging de deur open en trad Mientje, ook al verschrikt door het bellen, haastig binnen. »O, Mevrouw, wat is er?» vroeg zij angstig. »Is er brand, Mevrouw?» »Neen, neen, nog erger!
Weiden der eindeloosheid, en haar beden, Om één te wezen met het Al-zijn, kweelen Weer ging, heel diep-inwendig, als zoovelen Dat sinds hun vroegste, droefste jaren deden.... Doch Shelley lachte en riep, terwijl hij schudde 't Jong hoofd dat lachen scheen als zilvren bellen: "Gij moet niet langer meer uw Zelf wreed kwellen, "Gij liept nooit mede met de doffe kudde
Dat was een groot klankenfeest over de stille, besneeuwde heide. 't Was of overal bellen klingelden; het rinkelend zilverend geklank liep over de witte vlakten, het bleef in de bosschen hangen, het tuimelde, het regende uit de boomen. De kruinen waren ermee gevuld. De witte landen zongen.
Bij het geluid van de tikkende klok, de pruttelende thee, was nu weer het gesnurk van vrouwtje gekomen. Ze ging altijd om tien uur naar bed. Ze had slaap. Toen het twaalf sloeg, schrikte ze op. Twaalf? Had ze de meid laten bellen? Wás 't al zoo laat? Het lichtje onder de thee was uitgegaan. De lamp had gestoomd. Zwarte, vieze draadjes dreven in de benauwde lucht.
De bedienden en de buren, allen stormden bij het groote nieuws maar zonder bellen of kloppen de deur binnen, en de knecht, die er bij geweest was, toen Gustaaf door de koe op de horens genomen werd, zat op een' stoel bij de deur van blijdschap te schreien. Het kleine Zusje, dat Gustaaf niet goed meer kende, vroeg: "Maar wat heb je nu met de koe gedaan? waar is de koe gebleven?"
"Is er sedert gisteren nog geen nieuw telegram aangekomen?" "Ja, zij zijn voor de derdemaal geslagen, maar morgen verwacht men een beslissenden veldslag." Nadat zij nog een oogenblik over Milans proclamatie tot koning en van de gevolgen dezer gebeurtenis hadden gesproken, keerden zij na het tweede bellen ieder naar zijn waggon terug.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek