Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
Evenwel, zij gáán voorbij. Als gij mocht wonen bij de Goôn dien tijd, In wellustvreugd gekoesterd? Toch zou 'k niet Willen verlaten dezen zwarten afgrond, Noch deze pijnen, wien geen pijndoen rouwt. Helaas! 'k verbaas mij, maar beklaag u toch. Beklaag des hemels slaven, die zichzelf Verachten, maar niet mij: want in mijn geest Zit heldre vrede, als in de zon het licht, Ten troon.
Ongetwijfeld hebben zij hunne reis voortgezet en vliegen nog immer in het eindelooze ruim, tusschen de starren van den Melkweg. Zijn ze, integendeel, naar de zon gevlogen, dan beklaag ik het lot van mijn wonderbaar kunstwerk." "Gij waart dus uit uwen luchtbal op de maan gevallen? Dat moet uwe arme knoken geene deugd gedaan hebben," schertste de sergeant-majoor.
Waarde heer, ik beklaag de aartshertogin en koningin Marie-Antoinette; maar ik beklaag ook de arme Hugenootsche vrouw, die in 1685, onder Lodewijk den Groote, mijnheer, terwijl ze haar kind zoogde, gegrepen en tot aan de heupen bloot, aan een paal gebonden werd, op eenigen afstand van haar kind; haar borst zwol van melk en haar hart van angst; het hongerige bleeke kind, die borst ziende, kermde en schreeuwde; en de beul zeide tot de vrouw, tot de moeder en voedster: Zweer uw geloof af! haar de keus latende tusschen den dood van haar kind en den dood van haar geweten.
En indien gij zelf niet eens wist wie ik was, wie heeft u dan gezegd, dat Doerga mijn dood verlangde? Gorakh, de Yogi! was het antwoord. Ha! die schurk! mompelde Gaurapada; dan zit er stellig nog meer achter. Gij zijt dus, vervolgde hij, naar ik bemerk, een Worger geworden. Dan beklaag ik u om uw treurige verblindheid. Maar was ik de eenige, dien Gorakh u aanwees als uitverkoren offer?
Beklaag haar, maar laak haar niet al te zeer, of gij moet ook Judith, Jephta's dochter, en Charlotte Corday laken, en al de roemrijke vrouwen, die van tijd tot tijd op deze wereld vol hebzucht en eigenbaat zijn opgestaan en zichzelven opgeofferd hebben op het altaar van haar liefde, haar godsdienst, haar eer of haar vaderland. Het was besloten.
Door Arabische kooplieden, wier karavaan gisteren te Pelusium aankwam, is dit bericht het eerst tot ons overgekomen." »Dit gerucht komt mij voor even dwaas te zijn als het vermoeden betreffende den Lydiër. Ik ken dezen zeer goed, en beklaag den armen jongen van ganscher harte.
"Mijnheer," zeide kapitein Speedy, "ik beklaag u waarlijk, alles werkt tegen: wij zijn nog slechts voor Queenstown." "Zoo," zeide Fogg, "is dat stadje, waarvan wij hier de lichten zien, Queenstown?" "Ja." "Kunnen wij de haven binnenloopen?" "Niet vóór drie uur met hoog water."
Wij zijn zijne zoonen naar den geest. Nu, dan beklaag ik uw vader; want uwlieder geest is uw slechtste deel. Gij schijnt ons voor ontaarde leden onzer orde aan te zien; weet dat wij observanten zijn. Des te scherper zal ik u observeren, dat gij niets kwaads uitvoert; uwe observanten zijn mij bij uitnemendheid tegen de borst. Tanden brengen zij mede, maar geen geld, en zulke gasten kan ik missen.
Maar Cleopatra is nu eenmaal in haar hart een Grieksche vrouw en daarom.... beklaag ik haar van ganscher hart. De echt is niettemin heilig, en ik wil op Octavia geen enkele smet laten werpen. Hoe trouw verzorgt en hoedt zij de kinderen van haar trouweloozen echtgenoot, die zijn eerste vrouw hem schonk, en die zij even goed aan vreemden overlaten kon.
Ik vertelde hem al het overige en toen ik had uitgesproken, nam don Ambrosio mijn hand en zeide teeder: "Nu is het genoeg, ik beklaag mij niet langer over u. Mag ik u eigenlijk wel iets verwijten? Gij vindt een geliefden echtgenoot terug, gij verlaat mij om hem te volgen, mag ik dat gedrag laken? Neen mevrouw, ik had ongelijk daarover te tobben.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek