Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wat was dat? Eilieve vertel eens!" vroegen de Officiers: "heb je nog geld aan dat oude beest verdiend?" "Ja kottorie!" zeide Weinstübe: "laat Plaek dat eens vertellen: je houdt waaraftig je pijk fast fan 't lachen, as je 't hoort."

Dat vriendelijk beest had zij gekweekt en: Ghielen, gij begrijpt dat niet, 'k heb ze zien groeien en groot worden lijk een kind en ze keek zoo gedoezig op telkens ik in den stal ging.... Als men alzoo alle dagen zijn best doet om ze te verzorgen, daarom was ze altijd zoo beleefd, zoo trouw en gezapig, en nu is ze zoo net wit en schoon geworden, en ik ben al zoo spijtig als gij omdat ze niet vernieuwen wil, onze schoone koe.

Sijmen, de hondenkar-voerman, vult een zijner klompen met water uit de vaart, en laat het omgevallen beest den klomp leeglekken. De reparatie wordt voltooid door een lustigen slag met den geledigden klomp op de hondeschonken, en... Heisa, Sijmen rijdt weer! Een defect aan het hondenspan herstelt men in zestig seconden.

O, het kon die mooie, gelukkige vogels niet vergeten; en zoodra deze niet meer te zien waren, dook het onder tot op den grond en toen het weer boven kwam, was het als buiten zich zelf. Het arme beest wist niet, hoe die vogels heetten, ook niet, waar zij naar toe vlogen; maar toch liep het er hoog mee, zooals het nog nooit ergens mee gedaan had. Het benijdde ze volstrekt niet.

Ze waren achter elkaâr vastgebonden, in groepen van zes. De kameeldrijvers gilden, dat de menigte plaats zou maken; de klokjes, die de dieren aan den hals hadden, klingelden en ze liepen voort, zonder op te houden, met vooruitgestrekten hals. Dat zonderlinge beest boezemde mij veel belang in; het heeft iets melancholieks.

"Gister-middag. Hij speelde in den tuin. Toen-ie me zag, sprong-ie tegen me op." "Was hij kwaad?" "Nee. Uitgelaten. Ik had er eerst niet op gelet. Toen ik begon te schrijven, zag ik eene kleine schram aan mijn hand. 't Beest is nog jong. Hij heeft me dikwijls met zijn scherpe tanden de huid geschaafd." "'t Ziet er leelijk uit." "Zou hij hondsdolheid"... "Wel nee!... Waar is de hond?"

»Mientje, hier houd ik het niet langer uit o foei, ze zitten me op mijn hoofd, en ah bah, daar kruipt er een in mijn mouw. Mientje, hu, hu, haal dat beest er uit! Haal het er uit, zeg ik!» »Ik durf niet, dat durf ik nietEn op een draf, met haar boezelaar over het hoofd, nam Mientje, schreiende van schrik, de vlucht, de kamer uit en naar beneden.

Waarschijnlijk verschrikte haar wilde ren de arme dieren, die onder het heidekruid verborgen zaten; want, een haasje sprong op, vlak voor de pooten van het paard; het beest werd schichtig en het vlood met zijne edele berijdster het mastbosch in.

Hij had trek in visch, maar zoo groot als hij was, gaven toch al zijn bewegingen te kennen dat hij klaar stond om zijn hielen te lichten voor het eerste het beste kleine beest, dat op zou komen dagen en hem toebijten: "Dat is van mij!"

"Welnu, als mijnheer mij niet kwalijk neemt," antwoordde Koenraad dood bedaard, "dan is hier, zoo niet de inktvisch van Bouguer, dan toch éen van zijn broertjes." Ik keek Koenraad aan; Ned Land vloog naar het venster. "Wat verschrikkelijk beest!" riep hij. Ik keek op mijn beurt, en kon een gevoel van afgrijzen niet onderdrukken.