United States or Sweden ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik haalde geen adem meer, ik stikte bijna van angst en van het harde loopen; ik waagde toch nog eene laatste poging en viel voor de voeten van mijn meester neder, terwijl de drie honden, die zich plotseling hadden opgericht, begonnen te blaffen. Ik herhaalde werktuigelijk slechts: Het beest! het beest! Onder het blaffen der honden hoorde ik plotseling een luid gelach.

»Wel, wat heeft ze dan gedaan, het arme beest?" »Mijn peluw opgegeten." »Ha! ha!" »Toen ik wakker werd, wist ik niet waar mijn hoofd gebleven was, tot ik het eindelijk vond, veel lager dan waar ik het gisteravond had neergelegd. Zij heeft ons kussen opgegeten, wij drinken ons kussen terug." Toen, zich tot de koe richtend: »Op uw gezondheid, mejuffer, en zonder wrok."

De mand van Tom werd gewogen en goedgekeurd, en hij bleef angstig staan kijken, hoe het zou gaan met de vrouw die hij geholpen had. Waggelende van zwakheid kwam zij aan en zette haar mand neer. Deze had het volle gewicht, gelijk Legree nu wel zag; maar zich vergramd veinzende, zeide hij: "Wat, gij lui beest, alweer te kort? Ga daar op zijde, gij zult spoedig wat krijgen."

Hij lei den stok behoedzaam op het vlondertje, en met een paar stappen was hij bij het beest, dat aan den angel te wringen en te wentelen lag in het slijk van den weg, onder den neêrkletsenden regen.

Het leed geen twijfel of er was iets gaande. "Dingo heeft een levend wezen geroken, een mensch of een beest," zei de leerling. "In alle geval is het Negoro niet," deed Tom opmerken, "want dan zou Dingo woedend blaffen." "Als het Negoro niet is, waar zou hij dan toch kunnen zijn?" vroeg Mevr.

Ik kon noch wilde het gelooven en holde naar de vaart toe, om mij te overtuigen dat het slechts een akelige zinsverbijstering van mij was. Helaas! helaas! drie maal, tien maal, honderd maal helaas! Zoodra ik op den berm kwam zag ik een dikke, zwarte rookpluim en onder die rookpluim de sombere sleeper, die als een vraatzuchtig beest door 't mooie ijs geploegd kwam.

Jantje ging bij hem staan, en streelde hem met zijne hand langs den nek. Hij was méér dan blij met zijn verjaargeschenk; hij had wel kunnen gieren van blijdschap. De bok liet hem stilletjes begaan, ook toen Jan hem zijn arm om den hals sloeg. "Wat is hij mak, Vader," zei hij. "Ja, daar heb ik hem ook op gekocht," zei Dik. "'t Moet een mak beest zijn, en een flink looper."

Johan had het niet langer kunnen uithouden op het bankje; zwaar waren zijn beenen aan den grond; vol voelde hij zich van die kamer, tot aan de keel langzaam volgegoten met den jammer. En daar van uit dien hoek had hem de aap zitten aanvragen, zeker had dat al lang gedaan dat beest, of hij wel goed alles begreep.

Beurtelings zagen wij met ontsteltenis elkander en het beest aan en hoopten, dat hij spoedig ruim baan voor ons maken zou en liever een andere prooi mocht gaan zoeken; maar de onverlaat zwom voor de grot op en neer als een fregat, dat eene vijandelijke haven blokkeert, en wij kregen een zoo eng gevoel over ons, zooals ik veronderstel dat in den laatsten oorlog door de Franschen en Hollanders ondervonden werd in Brest en in Tessel.

Twee snorden er voorbij terwijl 't gespan daar wachtte en telkens moest Standje naar de teugels springen en het wild-snuivend en trippelend beest met zachte woorden en streelende klapjes op den hals bedaren.