Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 mei 2025


Van Barneveld heeft bij die ontmoeting in stilte een zeker leedwezen gevoeld dat een opvatting, een mindere sympathie voor 't uiterlijk van dien man, hem lomp heeft doen zijn, dewijl hij hem volgens stadsgebruik bij zijn komst in Romphuizen een visite had behooren te brengen, 'tgeen hij niet heeft gedaan.

Een kleine bende zwaargewapende ruiters reed in gestrekten draf over de Veluwsche heide, en bewoog zich in de richting van het dorpje Barneveld. 't Was een schoone stoet, die kleine ruiterdrom. Hoe krachtig en forsch waren die gestalten, hoe rinkelden die glinsterende harnassen, hoe blonken die stalen speren, hoe schitterden die helmen in de gouden stralen der zon.

"Zwijg Jacoba, niets meer over hem;" zegt Van Barneveld een oogenblik later: "Mijn kind moet mij niet willen leeren wat mijn plicht is." "Beste papa, dat was mijn bedoeling niet." "Het had er allen schijn van Coba. Nu, mijn kleine meisje, wees niet bang, en schrei niet langer. Wie heeft gezegd dat dokter Helmond ten eenenmale een verworpeling is voor God!? Ik niet!

Waarin heb ik moedwillig uw hoop bedrogen? Als man van eer verzeker ik u dat ik nooit met Coba's hart heb gespeeld, en zelfs, tot het oogenblik, waarin u mij uw vermoeden meedeeldet, is het denkbeeld aan de mogelijkheid niet eens in mij opgekomen. U gelooft mij oom....? U gelooft me, niewaar?" Van Barneveld antwoordt niet; maar juist in dat zwijgen vindt Helmond zijn vrijbrief.

De beide spreeuwen die zooeven uit het boschje op den grauwen draad waren neergestreken, ze vlogen er nu eensklaps van weg. Hadden zij 't gevoeld dat onder hun teere pootjes de vraag van de Briesborger zijde als een bliksemstraal heenschoot: "Is generaal Van Barneveld vergiftigd? Reeds overleden? Vermoedens op dokter Helmond?" Natuurlijk die diertjes gevoelden het niet.

De aanval der Kabeljauwen is te hevig, en na een korten, maar verwoeden strijd jagen zij de vluchtenden voor zich uit. De Schaffelaars zijn overwinnaar gebleven en Barneveld bevindt zich in hunne macht. De dappere aanvoerder is met een twintigtal volgelingen overgebleven. De paarden worden hier en daar in stallen geborgen, de zware rustingen uitgetrokken, en de ruiters kunnen hun vermaak zoeken.

"Nee August, niet ik...." "O, dan heeft oom ze gezonden. Al gisteren had Coba gezegd...." Eva legt haar vinger op den mond: "Stil, niet te voorbarig August. Mijnheer Van Barneveld is er waarlijk onschuldig aan. Nee, ze zijn van een arme weduwe, die ze uit haar eigen mond voor je spaarde, en, die zelfs wenschte dat ik haar naam niet zou noemen."

De dokter, die tegen den avond nog eens terugkwam, heeft het niet tegengesproken dat het misschien weldadig op den patiënt zou kunnen werken, indien mijnheer Van Barneveld zich spoedig aan hem kon vertoonen: "Ja zeker mevrouw, toen hij ú zag, toen werd hij óók kalmer. Welzeker!" "Indien ik dan aanstonds schreef?" "Ja, dat zou niet kwaad zijn. Van harte 't beste! Tot morgen.

Ha, ondoordacht! bromt Van Barneveld in den grijzen knevel; en leest weer voort: "Neen, wat zij in uw oogen misdreef, het kan toch niet voor rekening komen van den man, die ook in zijn vrouw zal afkeuren wat afkeuring verdient.

Den wenk van Helmond had zij verstaan; zij kleurde den toestand van haar vader voor 't moment nog wat minder gunstig dan zij dien zelve inzag. Zoutenheer achtte het zijn plicht om juffrouw Van Barneveld beleefdelijk te verzoeken, aan mijnheer haar vader te gaan vragen of hij hem of later wenschte te spreken.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek