Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juli 2025
Levendig herinner ik mij, hoe ik als kind met mijn moeder menigmalen van Elst naar Arnhem reed. Vóór de brug spanden we uit; en hoe verheugd liep ik dan aan de hand mijner moeder over de schipbrug bij Arnhem! Hoe gelukkig is de jeugdige mensch, wanneer hij nog aan de hand zijner moeder door 't leven huppelt!
En het wil wat zeggen, wanneer daar aan den Veluwezoom tusschen Brummen en Arnhem de buien losbarsten en het hemelwater in massa wordt uitgegoten! Dan wordt het een onhollandsche manier van regenen, waaraan men in berglanden gewend moge zijn, maar die bij ons tot de zeldzaamheden behoort.
Wat de heeren J. W. F. Scheffer van huize »De Duno« en zijn zoon de heer F. Scheffer daar even ten westen van Arnhem in het leven hebben geroepen met hun modelboerderij »Het Huis Ter Aa« is belangwekkend, omdat het voor de eigenaars van landgoederen en voor onze industrie nieuwe uitzichten opent en daarbij tevens van groot gewicht kan worden voor de algemeene hygiëne.
Weldra onderwierpen zich de Geldersche Staten, van alle zijden bestookt, aan den Aartshertog, die nu met zijn Gemalin in de meeste steden plechtig werd gehuldigd. Wel bleef Arnhem nog in handen van Jan van Kleef; maar het liet zich aanzien, dat die stad, zoowel als het Sticht, op den duur aan de zegevierende wapenen van Maximiliaan geen weerstand zoude kunnen bieden.
Ridder Frederik van Ese moet een persoon van gewicht zijn geweest, want bij een bezoek aan de stad Arnhem in datzelfde jaar 1355, waarschijnlijk met een grooten hofstoet, moet hem de stadsregeering veel wijn hebben verschonken »negen kwarten«, zooals vermeld staat in de stadsrekening van Arnhem van dat jaar.
De majoor zegt dat je ze nergens zoo drinkt. A propos 't gaat beter hé? Ik kreeg tweemaal niet thuis. Een beroerte? Half verlamd hé? Zeg, ga je morgen naar Rotterdam, of zul je over Arnhem langs den Rijn....? Naar Rotterdam hé....? Jawel, já wel je moet nu even mee binnen." "Maar ik herhaal je nóg eens dat ik geen tijd heb. Oom wacht me tegen halfzes op De Zonsberg met 't eten.
Waarop mijn broer protesteerde: "Dan worden de heidenen bekeerd door onze zonden". Toen zag moeder verder van de methode af. Als je middelbaar onderwijs mocht volgen, diende dat het liefst Christelijk onderwijs te zijn. Ik ging dus naar Arnhem, ook al was de "neutrale" HBS in Wageningen dichterbij. Je las een Christelijk dagblad bij ons thuis: de Standaard.
De huwelijksreis was door Jozef en den ouden heer na rijp beraad zoo vastgesteld: Zij zouden den avond van hun vertrek gaan tot Arnhem, verder naar Parijs: dan zouden zij langs de Middellandsche Zee naar Rome gaan en de terugreis over Duitschland doen. Jozef voorspelde ontzaglijk veel genot van zoo een groote reis.
Thans is dit gebruik, dat in de XVIIe eeuw nog te Amsterdam, Utrecht, Deventer, Arnhem, Enkhuizen en in het Kennemerland plaats had, zooals uit de verordeningen blijkt, vrijwel uitgestorven, en wel, als zoo vaak, in zuidelijke richting. Te Ubbergen hielden nog kort geleden drie meisjes uit de mindere volksklasse haar omgang, van wie de middelste de Pinksterbloem voorstelde; zie hierover Mr.
"Och, ik heb veel vrienden, en kom ook nog al bij familie aan huis.... 't Is al zoo lang zoo, dat ik 't me niet anders meer voorstellen kan.... Eerst vond ik 't wel heel akelig, want ik was juist altijd meer met m'n vader en moeder samen geweest, dan andere jongens.... Ik had 'n gouverneur aan huis, en ze gaven me ook zelf les, vooral in muziek en in kunst- en literatuurgeschiedenis.... Toen ik bij den rector in Arnhem was, vond ik eerst alles erg raar, en de jongens plomp en onbeschaafd,.... maar de menschen waren zoo vriendelijk voor me, en ik kreeg toch ook plezier in ruw jongensspel;.... het waren prettige, onbezorgde jaren.... Toen ik hier kwam, was ik achttien.... net als jij. En ik kon de lucht hier niet verdragen; ik kreeg dadelijk erge koorts, malaria, ergens op 'n vreemde kamer op den verlaten Morschweg, waar ik was gaan wonen, om nog wat van buiten te hebben. De menschen waren niet kwaad, maar ik lag toch altijd alleen; vrienden had ik toen nog niet,.... ik werd gék van het droomen; ik weet niet, of jij ooit erge droomen hebt gehad; maar ik was er dol van en liep 's nachts alleen over m'n kamer in 'n razenden angst, om wat ik wist, dat toch niet waar was.... Toen ik zoowat beter was, wilde ik geen oogenblik meer alleen zijn. Ik was eenvoudig báng van de kamer, waar ik zooveel had doorgemaakt. Ik was toen nog erg zwak, maar zat toch altijd op de kroeg, en 's nachts nog laat bij allerlei lui op de kamer, of we gingen rijden of boemelen. In dien tijd heb ik Bruno gekocht, dat ik tenminste 'n levend wezen bij me zou hebben,
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek