Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


In het jaar 1355, waarin de oudste registers beginnen van de fransche grootprioraten, nam men enkel edellieden aan, wier namen en geslachten in hun provincie bekend en beroemd waren. En die gestrengheid werd niet alleen volgehouden, maar werd nog verscherpt, toen soms lieden van ouden adel rijke niet-adellijken huwden.

Ridders en knapen komen verder voor van dien naam, als bewoners van het kasteel, trouwe volgers van den graaf van Gelre, nu eens getuigen bij overeenkomsten tusschen den graaf en eenige stad, dan getuigen bij huwelijken in het grafelijk geslacht of bij plechtige verzoeningen als in 1355 tusschen Reinout, hertog van Gelre, en zijn broer Eduard.

Zoo is het dan niet vreemd dat in zeker tractaat de leeken gewaarschuwd worden tegen "eggardus sermone"; noch dat ECKHART bij sommigen doorging voor den vader van de kettersche secte der Vrije Geesten; noch dat JAN VAN LEEUWEN, de kok van RUUSBROEC'S klooster Groenendaal, vóór 1355 "een boecxken van meester ECKAERT'S leere" schreef om den meester van dwaling te overtuigen.

In het jaar 1355, waarin de oudste registers beginnen van de fransche grootprioraten, nam men enkel edellieden aan, wier namen en geslachten in hun provincie bekend en beroemd waren. En die gestrengheid werd niet alleen volgehouden, maar werd nog verscherpt, toen soms lieden van ouden adel rijke niet-adellijken huwden.

En wat na dit geval noch vorder is geschiet, 1355 En seyd' ick na den eysch den ganschen avont niet.* Maiombe nam het woort, en gaet de man vertellen, Hoe dat de jongelingh quam onder haer gesellen, Hoe dat hy synen staet en vaders huys verliet, Vermits hem syn gemoet tot Pretiose riet.* 1360 Hoe dat hy nevens haer alreede lange dagen Had vorst, en heete son, en alle leet gedragen; En dat dit al gelijck* maer was een kleyn begin, Een preuf* , en ondersoeck van syn getrouwe min; Dat hy geen dertel spel de vrijster mochte vergen, 1365 Noch met ongure jock haer teere sinnen tergen, En dat hy door de lust noyt op en was gevat*, Maer dat hy sigh in als met eer gequeten had.

Ridder Frederik van Ese moet een persoon van gewicht zijn geweest, want bij een bezoek aan de stad Arnhem in datzelfde jaar 1355, waarschijnlijk met een grooten hofstoet, moet hem de stadsregeering veel wijn hebben verschonken »negen kwarten«, zooals vermeld staat in de stadsrekening van Arnhem van dat jaar.

Den nooit vergeten heldenkeizer, czar Stephan Doesjan, halen zij zich daarbij voor den geest, den dappere, die van de twisten in Byzantium gebruik maakte, om Zuid-Macedonië, Thessalië, Albanië en Epirus te veroveren en die van 1331 tot 1355 regeerde.

De staat van zaken was echter met betrekking tot Heusden de zelfde gebleven, toen in 1355 Jan III overleed, en zijn dochter Johanna, gade van Wenceslaus van Luxemburg hem in 't Hertogdom opvolgde.

Ook deze volbracht eene langdurige wereldreis, want, in 1327 vertrokken, keerde hij pas in 1355 terug. Zijn geschreven reisbericht gaf hij aan Koning Eduard III van Engeland, en zelden verscheen er een boek, waarin zooveel zotternijen, die voor waarheden moesten doorgaan, verteld werden. Een ander reiziger, Johannes Schiltberger uit München, deed eene reis, die van 1394 tot 1427 duurde.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek