Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 oktober 2025
Daardoor was zij, Goedele, klein en leelijk. Ze bleef thuis. Ze verbood aan Sebastiaan haar nog op te zoeken. Ze zei hem dat ze groote rust noodig had. Ze leefde dan, nietsdoende en sprakeloos en lui. Ze zette zich viermaal vóor haar schrijftafelken, te wege een langen brief voor Ameye op te stellen.
Romaan sprong lijk een zinnelooze naar heur en zijn koffiekopje viel kletterschervelend in brokkelingen uiteen op den vloer. Hij duwde haar op zijde en liep haar voorbij, de ziekenkamer in. Tante Olympe begon schrikkelijk te beven en ze bad: Aai-Heere! Aai-Heere! wat is er nu? Goedele nam Madeleen in hare armen en Ameye bracht een glas water aan hare lippen. Ze paaiden haar, vragend: Hebt ge zeer?
Ze merkte weleens dat hij nooit zinspeelde op vroeger ontmoetingen en zich niet verwonderde over hare lange afwezigheid. Ze had dan, lijk een hoofddraaiing, de leege sensatie, die zij lestmaal op den drempel met Ameye gevoeld had en ze zag nog, in scherpe herinnering, hoe hij zich toen langzaam boog om het hulsttakje op te rapen....
Andermaal was alles stille en men hoorde heel verre 't geronk van de hooge stad, den galm van haar late pleizieren. Een tijdeken bleven Goedele en Ameye op den drempel staan. 't Schoot haar plots te binnen dat Justa misschien op den loer was gezet, en ze staarde links en rechts den nacht door. Ze zei, opdat hij ook zou rondblikken: Geen ziele op weg.... Hij blikte rond. Geen ziele....
Hij heeft mij geschreven dat het kunstenaarsleven in België onmogelijk was en dat hij zijn vaderland verliet om meer dankbaarheid in den vreemde te vinden. Hij doet wel. Ons landje is in waarheid voor artisten een streke zonder uitkomste. We zijn te arm of we zijn te dom. In Duitschland zal Ameye zijn weg banen, en dan hooren wij nog wel spreken van hem. Hij was goed voor ons.
't Oudje hinkte zijlings weg en schetterde in een uitval: Jè-dan ... schoon koppel.... En 't gewone rumoer herbegon, breed en allerwege aanwezig, golvend over de menigte, die langs de kramen scharrelde. Loopt ge aldus geerne in het razend gewoel? vroeg Ameye. Wel ja ik, redelijk. De tast van het volk is niet altijd zuiver....
't Was alsof ze getweeën kreeftsgewijs doorgingen, allebei noesch weg. De dame deed den heer af en toe stilblijven voor een modewinkel, en de heer haperde gewillig vóor de uitstalling van een boekhandelaar. Ze zeiden maar luttele woorden. Dat zijn brave getrouwde menschen, sprak Ameye. Zoo verschillend van meeningen toch? Ze geven malkander toe. Ze zijn redelijk. Zie!
Is mijn deure goed vaste? Ze stapte uit haar bedde en ging de klinke herdraaien, om zeker te zijn. Ze kroop bibberend onder de sargie. Ze dacht: hoe gelukkig is Romaan ... en Madeleen ... en tante Olympe.... Ze zou alles aan Romaan vertellen, hem raad vragen. Ze wist zelve geen raad. Johannes zal meehelpen ... om raad.... Ze voelde Ameye nu van dichtebij: 't en was geen vreemdeling meer.
Ze was Ameye dankbaar dat hij dat woord gezeid had en dat weer sterkte haar zinnen staalde. Ze hoopte nu een rap ende, de rappe nadering van den sterken slag, om dan met zekerheid te kunnen worstelen. Tegenwoordig hing nog 't gevaar als een wolke te dreigen, en 't was te hooge en te wijd en overal tastbaar en nievers te taken. Ze wachtte. Ze wist dat Ameye haar een steun was.
En zoo had ze stilaan geen besef van wat haar te doen stond. Geen daad kon ze verzinnen, en ze luisterde aldoor naar het doen van Ameye, en ze peinsde niet meer: 't Is tijd.... Ze was droeve en vleide zich in zoetige droefenis, en daar was in waarheid precies geen tijd om haar. Ze schoot ineens op, met een pijnlijken ruk, als Madeleen in het deurgat kwam staan, vragende: Waar hebt ge 't gezet?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek