Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 oktober 2025
Ameye raapte het witte pakje met suikergoed en het rankje hulstgroen op, die, nevenseen, op de zulle waren neergevallen. Eenige dagen verstreken voor Goedele in eendelijke onverschilligheid. Ze was heel korten tijd bij Romaan gebleven, had geweend omdat Wiezeken er zoo deerlijk uitzag en was weggeloopen, seffens.
Men zag ze over de planken wiegen, hun duistere gestalte, verlengd nog in het water, waar ze door vlug golvengeklets ziggezagsgewijs uiteen werd gezwabberd. Als ze in de doode straat kwamen, waar Romaan woonde, vertraagde Ameye zijnen gang, en hij sprak weemoedig, zonder naar Goedele op te zien: We zijn er alreeds.... Ge tert zoo zoetekens!
Ze bleef droomend lanterfanten langs de uitstalling van den modewinkel en peinsde: Die mijnheer Ameye is een leege man. Ze joeg hem seffens uit hare gedachten en verzinde 't beeld van Mariëtte.
Ze peinsde: Die mijnheer Ameye is ongemanierd en niet vriendelijk ... en niet schoon.... En vlugger spoedde ze zich, zonder reden af en toe stil blijvend bij een schitterende kleur ievers aan een venster, of bij een hoog geluid, dat voorbij gilde. Ze hield van niets een vast gedacht. 't Sleerde allemaal over hare hersens.
Ze verwonderde zich niet dat ze zoo plotselings zijn naam hoorde in haar, en zij en schaamde zich ook niet daarover. Al wat hier bestond, had zich meteen van haar verwijderd, en wat buiten het hekken leefde naderde tot haar. Ze voelde nievers zoo pijnlijk eene vreemdte dan hier. Ameye was een vriend.
't Is dat ze slaapt, mummelde Romaan. Goedele kon zich niet meer bedwingen en gauw te reke stortten hare tranen plat neere op de witte dekens. Ameye fluisterde: Wees sterk.... Ze beet op hare lippen en 't zicht van de schrikkelijke doening, die in haar vlugge getraan tot vage strepen was weggesmolten, kwam op een nieuw klaar te voorschijn.
Ze keerde zich fluks omme en hoorde hoe hij haar met dienstwillige woorden achterna volgde, overdreven en stilspottend, alsof hare aandoening belachelijk bloot lag op haar aangezicht: Als 't u zal believen, juffrouw tot een naaste keer.... Anders, juffrouw, anders de klinke draaien ... zóo ... let op de trap ... zóo.... danke wel! De deur viel toe achter haar en zij stond vlak vóor Ameye.
Ze wist nu zeker dat Justa op den loer was uitgegaan, en het krenkte haar diep. Ze vroeg met een klein lachje: Heeft Justa mij op de bane niet ontmoet? Ameye had haar langs omwegen naar huis gebracht en ze giechelde spottend bij de gedachte dat ze aldus Justa ontloopen was. Ursule zei niets meer en tuurde naar 't vuur.
Ze drukte Ameye's arm en probeerde haar stappen te passen op de mate van zijn tragen gang. Ze boog haar hoofd en keek naar de tjoppen van hare schoenen, die overhand van onder haren mantel te voorschijn kwamen om seffens weg te duiken op een nieuw. Ameye brak schuchter de stilte, die neergeraakt was over hen: Willen we naar 'n schouwburg?
Ze beet, sissend, haar eigen toe: Niet meer gaan! Niet meer gaan. Ze zou bij Ameye niet meer gaan. Ze zou moeder helpen. Het was toch moeder. Ze zou haar, met haar overige leven, gedienstig zijn. Ze kruiste hare armen over hare borst, en 't was, een tijdeken lang, alsof ze de toekomst tartte, alsof ze heel diepe eene aarzeling voelde en haar eigen in de toekomst tartte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek