Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 oktober 2025


Maar Ameye was weer aan 't vertellen en trachtte met diepe woorden 't zachte vergaan van dees tijdelijke leed te doen voelen. Ze luisterden wel naar hem, zagen wel een wijlken lang de troostvolle beelden opflikkeren, die hij ontstak in hun gepeinzen.

Kletskoppen ... puur honing en een hemelsche bete, dat verzeker ik u. Ja, dat wel. Ze keek in de wissen mandekens, die bij 't venster stonden, vol met veranderlijke zoetigheid, en bloosde meteen als ze Ameye herkende, welke vóor 't raam te wachten stond. Hij groette haar met een buigen van zijn hoofd, en ze was daardoor subiet in de war.

Ze hoorde naderhand alleen in ver lawaai al wat nog gezeid werd, en Ameye was lang verdwenen, als zij nog zijne blikken voelde, heel zonderling daar blijvend, vóor haar, met een bovennatuurlijken wil.... Wanneer ze ook dees huis verlaten had, en de straten doorliep, werd ze droevig en was te wege weer te keeren.

Goedele lanterfantte een beetje, een toenemend belang stellend in de doening van die werkzame menschen, ook om de koelte te vergeten, die over haar en Ameye gezonken was. Ze verwonderde zich over 't een en 't ander, lachte altemets luidop of werd weemoedig van deernisse. Aai-Jezes! Kijk hier!...

Ze jubelde en liet zich meegaan met den slag van haar driftig herte. Ameye was sprakeloos geworden. Hij stapte nevens haar en luisterde met gretigheid, seffens weer neerslachtig als er een korte stilte tusschen beide viel. Ze geraakten in de groote laan. Hij kocht van een leurend meisje een rankje hulstgroen met roode peerlen, en bood Goedele het takje aan. Voor de aardigheid, zei hij.

Ze vouwde hare vereelte handen op haren schoot te gare en voortdurend tuurde naar het effen geluchte, met schokjes zeggend: En zoo gaat Wiezeken eruit ... en zoo zal ik eruit gaan ... en zullen wij allemaal eruit gaan.... Is mijnheer Ameye hier? Tante Olympe begon te tateren en haar kaken glansden op, zonder overgang. O ja! die goeie mijnheer! Ze sprak met bewondering en dankbaarheid over hem.

Hij nam een kruidnagel met zijn duim en zijn wijsvinger en hief dien omhooge, profijtelijk: 'n Volle mate voor vijf centen!... Kijk nu toe! Zoo donker als de nacht en zoo sappig als de lente! Ge moogt kijken, madameken, en betasten ook... Alla-alla-de! een dozijn groffels voor 'n jong huishouden.... Goedele bloosde, en Ameye moest den dwerg afwijzen met een strengen blik.

Ze vroeg: 't Kan nog beteren? Toe, Leentje, wees rustig. De dokter zegt: nog vier uren, nog zesse.... Ik weet niet meer wat ik doen moet. Ik voel dat alles kapot gaat. Ik kan geen moed meer hebben. Ik heb nu weken lang moed gehad, moed gehad.... Wat baat nog moed? Ge moet malkander steunen.... Het is een ongeluk. Ja een ongeluk. Ameye zegt ook een ongeluk.

Ameye en Goedele hadden alweer eene pijnlijke verwondering, zóo rustig, bijkans onverschillig, was zijn gezegde. Ameye bracht een lepelken water aan de lippen van het bengelken en Goedele hielp hem, Wiezeken zoete opheffend opdat ze goed zwelgen zou. Ze zagen malkanders handen nevenseen te werke en 't was alsof ze sinds lange zoo in gewone doening werkzaam waren geweest.

En Goedele onderging den invloed van dezen trippelzang, en langzaam baadde haar gansche lijf-en-ziele in 't zoete gerucht, dat rijzende of zijgende ging. Ze bepeinsde zich en wroette in haar binnenste, en legde somtijds een gevoel vaste, dat overanderlijk blijven zou. Nadien was ze bezig met Ameye.

Woord Van De Dag

cnapelinck

Anderen Op Zoek