Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


Intusschen," voegde hij er zachtjes bij, terwijl hij den Ambtman onder den arm nam en met hem slotwaarts wandelde: "hetgeen ik u eens gezegd heb, blijft gezegd: Joan is een beste jongen, dat is waar; doch mijn dochter hem te geven ware al te belachelijk! ik heb haar aan u beloofd, en zoo gij het met haar eens kunt worden, dan is alles in orde.

Ulrica nam het papier met een sidderende hand op en las het, terwijl haar vader voortging met de bezwaren, op te sommen, die tegen Joan konden worden aangevoerd. Een wijl bleef het meisje als versteend staan en berstte toen uit in tranen. "Welnu!" zeide de Baron: "en aan dien slechthoofd wilde de brave Ambtman u afstaan. Hoe zult gij 's mans edelheid beloonen?"

Wat kan u nopen, onze blijdschap bij een zoo algemeen toegejuichte echtverbintenis op een zoo onhebbelijke wijze te komen storen?" "Mijn recht noch mijn deel zullen den Heer Ambtman raadselachtig voorkomen," zeide Ambrosius. "Ik heb in mijn leven zooveel incidenten niet bijgewoond," zeide Bleiswyk, zich van vermaak de handen wrijvende.

"Wat!" herhaalde de Baron, wiens oogen de beweging van die des Ambtmans gevolgd waren: "versta ik u wel? en is...." Hier zweeg hij, als wilde hij de invulling van den volzin aan Mom overlaten: doch zijn vinger wees zijn pleegzoon aan, die bleek en stijf als een steenen beeld voor de bank bleef staan en de oogen nauwelijks durfde opheffen. "Zoo ik mij niet bedrogen heb, ja!" antwoordde de Ambtman.

"Ik begeer niet, dat gij aan mijn betuiging geloof hecht," zeide Mom: "doch vraag aan hemzelven af, welke gevoelens ook thans nog ten opzichte uwer dochter zijn hart beheerschen?" "Joan!" riep Reede in gramschap uit: "is het waarheid wat de Ambtman zegt? hebt gij mijn weldaden beloond, door mijn dochter te verleiden?"

Dit zeggende, trad zij, na een beleefde buiging voor den Ambtman, het bruggetje over, dat haar op het grondgebied des Barons bracht, en vervolgde haar weg met Magdalena door de tuinen van het slot, terwijl de edellieden, hun rossen weder bestegen hebbende, langs den zijweg voortstapten, om, verder op, de hoofdpoort in te gaan, inmiddels overleggende, hoe zij hun duistere voornemens tegen den goeden naam van Joan best zouden ten einde brengen.

"Ja, doch er is nog een maar...." "Wat de bezittingen des Barons betreft? nu ja, die zwarigheid zal ook wel opgeheven worden: de oom, of liever de schoonvader in quaestie, zal gaarne zijn schriftelijke toestemming geven tot een huwelijk met den Heer Ambtman."

Nadat zij eenige schreden waren voortgetreden, deed een gerucht van naderende ruiters beiden omzien, en zij ontdekten den Ambtman met zijn fidus Achates, Elbert van Botbergen, benevens eenige dienaars, die heur op een goeden draf achterop kwamen rijden.

"Tot straks," hernam de Ambtman, hem beschermenderwijze met de hand groetende en zich vervolgens tot den Jezuïet wendende: "ik ga naar Preys en Leendertz," zeide hij: "gij zult het noodige met deze Heeren wel afhandelen." Dit gezegd hebbende vertrok hij.

"Ik dank al de Heeren voor hun vriendelijke toewenschingen," zeide Joan, op zijn beurt een roemer vullende: "wat den Heer van Botbergen betreft, ik bedank ook hem, en het zal mij aangenaam zijn, indien hij mij in den loop van dezen dag een oogenblik schenken wil, daar ik het met den Heer Ambtman eens ben, dat wij het genoegen der gasten thans niet storen moeten."

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek