United States or Heard Island and McDonald Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Kees rilde bij de gedachte, dat hij alleen zou kunnen overblijven met Marti en Amat. Tenslotte kreeg de vermoeidheid de overhand. Hij sliep in, maar onrustige droomen kwelden hem, en herhaaldelijk werd hij opgeschrikt door de schrille doodskreet van den Dajak, die van de rotsen stortte. Toen de dag aanbrak en het licht begon te worden, ontwaakte hij.

»De zaak is deze, Petinggi: van de gevangen Sibaoe's heb ik een en ander gehoord omtrent de Soengei Tekoeng, en tevens omtrent den Maleier Amat, die mij vroeger verraden heeft. Nu wil ik de bala voor korten tijd verlaten, om hier eenige onderzoekingen te doen. Ook wil ik trachten, den verrader op te sporen.

Nu wil ik nog weten, of ge een Maleier, Amat genaamd, hebt gezien." »Ja, heer; die is hier kort geleden geweest. Hij heeft één nacht in Seboedoet geslapen en is toen weer verder gereisd." »Was hij alleen?" »Hij had één drager bij zich; een man uit Metoedjoe." »En is die niet teruggekeerd? Heeft hij niet gezegd, waar hij heenging?"

Ten slotte heeft Amat hem bepraat, om aan den gids en den drager te zeggen, dat ze ons een geheel verkeerden weg moesten wijzen en ons dan in de wildernis te verlaten, zoodat wij van honger moeten omkomen." »Waarom heeft die valsche Maleier dat gedaan?" vroeg Kees, bevend van machtelooze woede. »Dat is me een raadsel, heer. Maar al een paar dagen had ik een gevoel van wantrouwen tegen hem."

Weldra was hij geheel tot zich zelf gekomen en bepaalde zijn aandacht bij zijn metgezellen. Niemand van hen had den stap nog durven wagen. Kees begon hen aan te sporen, hem te volgen. Na enkele oogenblikken kwam ook Marti om den hoek stappen. Weldra volgden ook Amat en twee der Dajaks. De derde dezer mannen aarzelde. »Ik durf niet, heer! De antoe's willen mij naar beneden trekken."

Marti en Amat bleven zoo dicht mogelijk bij Kees en beschouwden de Dajaks met een gemengd gevoel van vrees en nieuwsgierigheid. De Sibaoe's waren een zeer vrijmoedig slag menschen, die Kees, daar ze nooit een blanke gezien hadden, met de grootste opmerkzaamheid bekeken. Vooral zijn schoenen trokken hun bizondere belangstelling.

Heel laat in den avond kwam de bediende thuis en de mannen hoorden hem door de binnengalerij loopen. »Daar is Amat," zei Verveer. »Dan zal ik maar eens opstappen," besloot Kees. »'t Is al laat. Goeden avond, en het beste en dank je wel ...." De mannen wisselden een blik van verstandhouding. Toen ging Kees Smit zijn logies opzoeken. Nog slechts eenmaal kon hij Verveer bezoeken.

Hij borg de diamanten gauw in het zakje en stopte dit veilig tusschen zijn kleeren. Nu gingen de beide mannen naar de Kenjaoe's, die hen nieuwsgierig aanstaarden. »Het was Amat, de Maleier, die hier gestorven is," zei Kees. »De Sibaoe heeft hem gesneld en is toen teruggekeerd," vulde Marti aan. »Alle Sibaoe's zijn verraders!" zeiden de Kenjaoe's met wraakzuchtige blikken op den gevangene.

Hoor hoe de jeugd spreekt, bezoek de centra van onderwijs, en er zullen andere namen klinken in de akademische gehoorzalen dan in de kloosters: daar hoorden we alleen die van Santo Tomas, Suarez, Amat, Sanchez en andere afgoden van mijn tijd.

Deze trachtte het gedeelte van het gebergte, dat men voor zich zag, nauwkeurig te bestudeeren en zei toen: »Van hieruit gezien lijkt het niet ontoegankelijk, ofschoon er vele steile rotswanden zijn. Doch men kan nooit weten, wat er achter die bosschen verscholen ligt." »Naar mijn idee zal het een zeer moeilijke tocht worden," zei de Maleier Amat.