Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


Terwijl hij met dit doel een onderzoekenden blik wierp op de oevers, klonken er plotseling door het bosch schelle kreten. »De Sibaoe's?" riepen ze doodelijk verschrikt. Door de gevaren van hun tocht en later door hun gesprekken over Amat, hadden ze het gevaar, dat nog altijd van de zijde der Dajaks dreigde, geheel vergeten.

»Ik ben een Maleier, heer, en ik verkoop aan de Dajaks amuletten om hen onkwetsbaar te maken." Kees lachte. »Maken ze werkelijk onkwetsbaar?" vroeg hij. »Ik weet het niet, heer," zei de Maleier met een sluw lachje. »Maar de Dajaks gelooven het en betalen er veel voor," vervolgde hij. »Ik geloof, dat jij een slimme vogel bent, Amat; je klopt die arme Dajaks het geld uit den gordel."

Hij nam onmiddellijk maatregelen voor meerdere veiligheid en zond enkele verkenners vooruit. Kees liep intusschen weer te denken over andere dingen. Het verlangen, om de diamanten te bezitten, werd, nu hij dichter bij zijn doel kwam, steeds heviger. Hoe zou hij ze in zijn handen krijgen? Had Amat ze niet reeds lang weggehaald? En op welke manier zou hij met den trouweloozen Maleier afrekenen?

Weldra kwam de Maleier Amat, die aan hun druk gesprek had deelgenomen, naar Kees toe, zeggende: »De Dajaks weten niet, hoe ze verder zullen gaan, heer. De gids wil naar het Zuid-Oosten, om te trachten gindsche ruggen te beklimmen; de anderen willen het hier recht tegenover probeeren." »Ik zal zelf eens met hen praten," zei Kees en begaf zich naar de luid redetwistende Dajaks.

Een beroemd wijsgeer, neef van Capitán Tiago, en die zijn Amat uit het hoofd kende, zocht de verklaring in planeet-invloeden. Maria Clara, afgod van iedereen, groeide op onder lachjes en liefkozingen.

De Dajaks zaten de wonderlijkste verhalen over de antoe's en de booze geesten van het gebergte op te disschen. Zelfs Marti en Amat zaten ten slotte te rillen van angst. Kees werd ongerust, dat de Dajaks onder den invloed van hun eigen spookverhalen zoo bevreesd zouden worden, dat ze hun wel eens in den steek konden laten. En wat dan? »Mannen, het is tijd om te gaan slapen.

Eenigen tijd geleden heeft een Maleier, Amat genaamd, mij een amulet ontstolen, die voor mij van groote waarde is. Voor anderen heeft ze niets te beteekenen en kan ze zelfs gevaarlijk worden. Dat heeft de Maleier, die dief, niet geweten, anders zou hij mij mijn amulet niet hebben ontstolen." »En wat wilt u nu van ons, heer?" vroeg een der Dajaks nieuwsgierig.

»Ik heb dien schurk nooit vertrouwd!" fluisterde Kees terug. »In ieder geval moeten we vluchten, heer. Zoowel Amat als Senawa willen ons doen verdwijnen. Als hun plan niet gelukt, zullen ze zich op andere wijze van ons trachten te ontdoen. Dan zou Senawa ten slotte ook niet voor een moord terugdeinzen." »We kunnen niet vluchten, Marti. Waar zouden we heen moeten gaan in den stikdonkeren nacht!"

Daarom laat ons deze perijkelen niet altijd ter zijde stellen en te ligt achten, daar het spreekwoord waar is: Qui amat periculum peribet in illo. Wie het perijkel bemint, die zal daardoor vergaan. Dit is zeer schadelijk en bedenkelijk voor alle huislieden, die daaromtrent in de veenen wonen.

Kees had het verzoek met verbazing aangehoord en dacht eenige oogenblikken na. De Maleier had iets in zijn uiterlijk, dat hem niet beviel. En dan waar kon hij dien man toch eerder hebben gezien? »Zeg eens, Amat! waar heb ik je vroeger eens gezien?" »Nergens, heer. Voor zoover ik me herinneren kan, heb ik u vroeger nooit gezien," zei de Maleier, heel even zenuwachtig met de oogen knippend.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek