Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
Hij wreef zich de oogen uit en keek eens rond naar zijn metgezellen. Tot zijn grooten schrik ontdekte hij alleen Marti en Amat. De beide Dajaks waren verdwenen. Snel wekte hij de slapenden. Oogenblikkelijk waren zij op de been, en nu onderzochten de drie mannen de omgeving. Weldra riep Amat: »Hier is een spoor, heer! Ik geloof dat ze hier naar boven geklommen zijn."
Zijn meester had hem zóó nadrukkelijk weg willen hebben en zóó herhaaldelijk over het onverwachte bezoek gepraat, dat de sluwe Amat achterdochtig was geworden. Hij móest en hij zóu weten, wat die twee te verhandelen hadden. Thans wist hij het .... Blijde stapte hij voort naar de toko's. En hij maakte alvast plannen. Allereerst zou hij zich zooveel mogelijk aan de oogen van den bezoeker onttrekken.
De tocht werd nu voortgezet in Westelijke richting. Het spoor liep niet verder, want de koppensneller was na den moord op Amat langs denzelfden weg teruggekeerd. De gevangen Sibaoe diende nu als gids. Onder het voortgaan tastte Kees herhaaldelijk naar zijn schat. Telkens vreesde hij, dat hij dien kwijt zou raken.
»Ja, heer, zoo zal het gegaan zijn. En nu zal die Amat wel zelf naar de Soengei Tekoeng gaan, om de diamanten te halen." »De schurk!" siste Kees. Nog eenigen tijd verdiepten ze zich in hun vermoedens. Toen liet de vermoeidheid zich weer geducht voelen. Kees dacht er over een geschikte plek te zoeken, om even uit te rusten.
Hij draaide het hoofd naar Marti en deze begon aan zijn oor te fluisteren: »U moet vooral geen geluid maken, Amat ligt hier niet zoo heel ver af. Als die ons bemerkte, zou alles te laat zijn. Nu is er misschien nog redding mogelijk." Kees had met verbazing toegeluisterd en niets van Marti begrijpend, vroeg hij zoo stil mogelijk: »Wat is er? Je doet me schrikken."
Bovendien zou ik misschien gelegenheid hebben, nog een appeltje te schillen met dien valschen Amat. En ten slotte zouden de diamanten wellicht toch nog in mijn handen vallen." »Denkt u nog altijd aan die diamanten, heer? Die heeft Amat waarschijnlijk al lang weggehaald." »Dat is mogelijk. Maar is hij er ook in geslaagd, het land der Sibaoe's te verlaten? Dat is de groote vraag.
De andere Dajaks en Amat deden ook hun best, den man moed in te spreken. Eindelijk, gedwongen door een onontkoombare noodzakelijkheid, besloot de man te volgen. Voorzichtig zocht hij met den voet naar steun, zich bij het overbuigen vastklemmende aan de struik. Maar deze had reeds zooveel moeten dragen. Eensklaps lieten de wortels uit de rotsspleet los....
»Ja, heer," zei de Dajak en verwijderde zich. Kees zocht Marti op en deelde hem zijn voornemen mede. Eenige oogenblikken later verscheen ook Amat en zeide: »Ik hoor dat u verder gaat, heer. Vindt u goed, dat ik hier blijf? Ik verkoop hier veel amuletten en wilde nog wel eenige dagen in dit dorp blijven. Wanneer komt u terug?
Terwijl Verveer even sluimerde en Smit in gedachten verdiept zat, rees in de duistere binnengalerij onhoorbaar een man op uit zijn gehurkte houding en sloop met schitterende oogen en een zelfvoldanen glimlach naar buiten. Het was Amat, de bediende van Verveer, die nu pas zijn boodschappen ging doen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek