Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Toen zij eindelijk tot bedaren kwamen vroeg Vaprijsken, nog half ongeloovig, om het bankbriefje te mogen zien; en hij werd stil van eerbied terwijl Alfons het als een heiligdom te voorschijn haalde en het hem van verre liet bewonderen. "Nondedzju!" riep hij, de tabakspruim, die hij kauwde, als van wellust in zijn mond omkeerend.
Zijn beide beenen waren gebroken en hij had ernstige, inwendige kneuzingen. Toen begon hij langzamerhand te herstellen. Hij mocht weldra gewoon eten en drinken en vóór het einde van de tweede maand kwam hij op en zat bij den haard, in denzelfden leunstoel waar Alfons destijds zooveel droeve maanden had gesleten.
Zonder aarzelen, zonder een oogenblik te pogen hem met zachtheid of door smeeking af te weren, intuïtief en instinctmatig in haar gruwelijken angst en afkeer, wrong zij 't hoofd op zij, en slaakte een kreet, één enkele, zoo hard als zij kon: "Alfons! help mij! meurd! meurd!" Als een veertje tilde hij haar op, smakte haar omver, stortte met haar in 't vertrapte koren neer.
Op een ochtend in de laatste dagen van October kwam de barones hem met den dorpsgeneesheer in haar rijtuig nog eens opzoeken. Dat was een afgesproken, bijna plechtig bezoek; en dadelijk begon de dokter over het heilzaam verblijf in het Zuiden, het eenige redmiddel voor kwalen als die waaronder Alfons kwijnde.
Geducht werd het veel zwakkere Vaprijsken geranseld, en kwam daarop huilend en vloekend bij Alfons en bij Rozeke zijn aanklacht doen, gillend dat zij tusschen hem en Smul te kiezen hadden en dat hij wegging indien Smul nog langer bleef. Groot was de plotselinge ontsteltenis van Alfons en van Rozeke! Wat moesten ze doen?
De wagen werd opnieuw geladen en de slijters bespraken even onder elkaar wie mee zou gaan en wie zou blijven. Alfons kwam heimelijk naast Rozeke geschoven. "Wat doe-je gij?" vroeg hij fluisterend. "Lijk of ge wilt," antwoordde zij zacht. Wat vond hij 't lief van haar, dat zij háár besluit van 't zijne liet afhangen. "Ik blijve," zei hij. "Ik ook," murmelde zij. En beiden gingen achteraan staan.
Zoo moest het gaan, zoo zouden zij ook klaar komen; en in die gelijkmatigheid van arbeid kwam een soort gezelligheid, met lust tot praten en tot zingen. Alfons, stilzwijgend in 't geraas der anderen, hield tersluiks Rozeke in 't oog.
"Zeg liever: leupt noar den duvel! as ge nie 'n wilt antwoorden!" Zij trok zich zwijgend, met tranen in de oogen, nog verder terug, terwijl Alfons, boos en geprikkeld, zich opnieuw tot Vaprijsken wendde. "Hèt ge 'r mee hem over gesproken?" vroeg hij. "Joa ik, boas." "En hét hij gezeid dat hij hier zoe wille komen?" "Joa hij, boas, as 't hem gevraagd wordt." "En veur hoeveel in de moand?
Zij was gelukkig door en met Alfons, en dat maakte alles goed. Zij dacht en wist ook wel, dat haar tegenwoordig leven slechts tijdelijk zoo was ingericht en dat er, met den dag, groote veranderingen in konden komen. Alles om haar heen zou zich van zelf ontwikkelen en vervormen; het oude was bestemd om te verdwijnen en het nieuwe zou geboren worden.
Maar de bezoekers hoorden 't niet; zij trokken zich langzaam voor de penibel wordende emotie van den Krommen terug, met vriendelijke glimlachjes en knikjes, als goede vorsten, die hun trouwe onderdanen met een weldadig bezoek hebben vereerd. Mejonkvrouw Anna klopte Rozeke in 't voorbijgaan vriendelijk op den schouder en glimlachte ook welwillend en als 't ware goedkeurend naar Alfons.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek