Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


Wat?" en de verblufte Peter bleef Wiege-Mie met een geopenden mond aangapen, toen ze gezegd had dat: 't "bankpampierkens van duuzend gulden 't stuk woaren." De onverwachte ontdekking baarde het brave doch arme huisgezin geen geringe verwondering.

't Ziet er niet zeer aanlokkelijk uit, dat smalle perceel; de verf van het houtwerk is langzamerhand door weer en wind ontbonden en overgegaan tot een schilferige korst van een onmogelijke kleur. De steenen der pui zijn sinds onheuglijken tijd niet geolied en hier en daar laat de kalk los uit de voegen, die nattig en vuil u aangapen.

Toe dan, kom! en tot de menschen, die het geval aangapen, zegt ze schreiend: Hij is pas dertien jaar en moeder is weduwe, en dat's nou al de tweede keer van de week, kom Piet, toe jongen! hou je maar aan me vast. Blijf jelui van m'n lijf af, gemeene rakkers, toe Piet!... is d'r dan niemand die me 'reis helpen wil?

Als u dan de oogen schemeren, feestvierders, van al de vlaggen, die uit de huizen wapperen, als uw mond lusteloos toevalt, van het aangapen van al de pracht en weelde, als u de knieën knikken van de vermoeienis, die gij staande en loopende hebt opgedaan, naar de koffiehuizen dan, naar de koffiehuizen! Ziet gij dien stoet daar uit de deur komen?

Oom en tante hadden kennissen aangetroffen en lieten de jongelui hun gang gaan. Renée wandelde aan Hugo's arm door het dorp naar het bosch en samen lieten zij zich door de boeren en boerinnen aangapen, of misschien bewonderen. Zij liep als op wolken in een gouden nevel van geluk. Zij had al die menschen wel aan haar hart kunnen drukken. Sedert de laatste maanden scheen de aarde haar een paradijs.

De Indianen waren intusschen te weten gekomen dat zij eenen troep fransche kunstenmakers in hun midden hadden, die een grooten naam hadden wegens hunne vlugheid en hunne behendigheid in het koorddansen en duikelen. Iederen avond kwamen zij in grooten getale de Schoone Zwerfster aangapen. Nog nooit hadden zij zulk een prachtig beschilderd rijtuig onder de oogen gehad.

Sommige vreemdelingen meenden dat het een duivel is, die de herberg op het uithangbord heeft, maar wij kunnen u in gemoede verzekeren dat vele zelfs der kleinste dorpskinderen u zeggen zullen, hoe vader, vooral de Zaterdag- en Zondag-avonden, naar De Moor gaat, terwijl ze u vreemd zouden aangapen, wanneer ge van een duivel spraakt.

"Wat ik er van weet," zeide ik, mij met mijn hoed in 't aangezicht waaiende, opdat hij mij niet herkennen zou, "is, dat gij ze voor fl 80 't stuk gekocht hebt van Peer de Groot en er dus een aardig sommetje aan verdient." "Wel haegels kaik ereis!" zeide Roggeveld, groote oogen opzettende: "nou in dat geval wil ik ereis zeggen...." Maar hij zeide niets; doch bleef mij verbaasd staan aangapen.

«Dat men daarom zoo veel kwaads moet hooren en zoo veel lijdendacht Inge. «De anderen moesten ook voor hun zonden gestraft worden! Ja, dan zou er zeker veel te straffen zijn! Ach! wat word ik gepijnigdHaar hart verhardde zich nog meer dan haar uiterlijk voorkomen. «Hier beneden in dit gezelschap kan men niet beter worden! En ik wil ook niet beter worden! Kijk eens, hoe zij mij aangapen

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek