Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juli 2025
Kaart XIV, i : I de Quelpaert. N.G. van Kampen, Geschiedenis der Nederlanders buiten Europa II, bl. 121: "Zij zetteden vervolgens hunnen togt naar Japan voort doch strandden ten zuiden van Corea op een eiland hetwelk zij Quelpaert noemden". Dr. J. de Hullu, Iets over den naam Quelpaertseiland, Tijdschrift Kon. Ned. Aardr. Gen., 2e ser., dl.
118 En terwijl de rook den éénen en den anderen omhuift met nieuwe kleur en op den éénen haar doet groeien, en den anderen onthaart, 121 richtte de ééne zich op en de andere viel omlaag, maar daarom nog niet de wreede oogen afwendende, onder welke elk beiden van muil veranderde.
121 Ai mij ellendige! hoe sidderde ik, wanneer hij mij greep, tot mij zeggende: ""Wellicht dacht gij niet dat ik een redekunstige was!"" 124 Naar Minos droeg hij mij: en die kronkelde acht malen zijn staart over zijn harden rug; en, nadat hij uit groote woede zich zelven daarin gebeten had,
121 Vastgezet in het slijk, zeggen zij: "Onblijde waren wij in de liefelijke lucht, welke de zon vervroolijkt, binnen-in ons dragende den walm der zwaarmoedigheid: 124 dus worden wij nu bedroefd in de zwarte modder." Dit gezang borrekikken zij in den strot daar zij het niet kunnen zeggen met volkomene woorden."
118 Naakt ligt hij dwars over den weg uitgestrekt, gelijk gij ziet, en het is noodig dat hij van wie ook over hem henengaat, eerst voelt hoeveel hij weegt: 121 en op gelijke wijze wordt zijn schoonvader in deze gracht gerekt, en de anderen van den raad, die een slecht zaaisel was voor de Joden."
Ik bid u, help mij, Dat ik de jonkvrouw Silvia spreken kan. SILVIA. Zoo ik het waar', wat zoudt gij van haar willen? JULIA. Zoo gij het zijt, dat gij geduldig aanhoort, Wat ik als boodschap overbrengen moet. SILVIA. Van wien? JULIA. Mejonkvrouw, van mijn heer, Signore Proteus. SILVIA. Hij zendt om een portret u hier, niet waar? JULIA. Zoo is 't, mejonkvrouw. 121
115 van uwe zinnen, dat u nog rest, weigeren de kennismaking, achter de zon, met de wereld zonder menschen. 118 Beschouwt uwe afkomst: gij waart niet gemaakt om te leven als redelooze beesten, maar om deugd en kennis na te jagen." 121 Mijne tochtgenooten maakte ik met deze kleine toespraak, zóó gespitst op de reis, dat ik ze noode zou hebben kunnen terughouden.
Naar het schijnt was het bekend door de wijde bekers, die men er vervaardigde. Na harden tegenstand werden zij in 121 door Q. Fabius Maximus onderworpen, die den bijnaam Allobrogicus kreeg. Het kostte echter voortdurend moeite hen in onderwerping te houden. Almo, beek, die even beneden Rome van links in den Tiber vloeit, en waarin de priesters van Cybele jaarlijks het beeld der godin reinigden.
118 daar tusschen de graven vlammen verspreid waren, door welke zij van alle kanten zóó zeer in brand ontstoken gehouden werden, dat geen ijzer, meer verhit vuur vereischt. 121 Al hunne deksels waren opgelicht, en zoo harde jammerklachten kwamen er uit, dat zij bleken te zijn van wèl ellendigen en geschondenen.
Als bijkomende omstandigheid kan het echter zijn invloed hebben uitgeoefend, vooral in die dagen van ruwheid en domheid der lagere standen. "Die Vetkooper-Partei war die der Aristokratie," zegt Dr. von Langenn, Hertog Albrecht der Beherzte, 238, zeer eenvoudig, en bevestigt mijne boven medegedeelde meening. Aant. 13, op bladz. 121. De Aanvallen der Hollandsche Graven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek