Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
De kleine, ontzet voor muizen die katten opeten, hernam: "Mijnheer, zouden deze muizen ons ook opeten?" "Zeker!" riep Gavroche. Nu was de angst van den kleine grenzenloos. Maar Gavroche voegde er bij: "Wees niet bang! Zij kunnen niet bij ons komen. En daarbij ben ik er immers. Ziedaar, neem mijn hand. Zwijg en slaap." Gavroche nam tegelijkertijd de hand van den kleine over diens broertje heen.
Ze dacht: hij herkent mij nog, ik ben nog niet geheel veranderd. En die gedachte troostte haar uitermate. Lieven stamelde: Mijn kind, ik moet u vergiffenis vragen .... maar weet dat ik nooit opgehouden heb u met al mijn hart te beminnen. En nu .... Zwijg, vezelde ze minzaam, wat zoude ik u te vergeven hebben?.... Wanneer ge weer goed zult zijn, zal
Ach neen, neen, Heer! riep Iravati hartstogtelijk, en de handen smeekend omhoog heffend, uit, zwijg dat woord dat gij gereed waart te spreken, maar dat ik niet mag aanhooren! Niet mag? herhaalde Selim vragend of niet wil? Mij dunkt dat er van mogen niet te spreken valt, waar een bede tot u gerigt wordt door mij! Beide dan, antwoordde Iravati met vaste stem, niet mag en niet wil!
Hij zag haar niet aan, maar ging voort met groote passen door het water te stappen, terwijl de zee hen tot aan de borst steeg. De gansche toestand kwam haar zoo grappig voor, dat zij niet kon laten luidkeels te lachen. "Komaan, zwijg liever", hernam zij op heel natuurlijke toon, hem tevens een tikje op den schouder gevende. "Wees verstandig en val vooral niet om!"
Helmond is opgestaan. Nu is zijn blik zoo gestreng als men dien zelden of nooit van hem ziet. "Zwijg Thomas! Niet verder! Als je me waarachtig een hart toedraagt, zooals je nog straks hebt gezegd, en ik altijd geloofde, dan komen zulke woorden niet meer over je lippen.
Maar Roland, de oom van den jeugdigen ridder, was in de nabijheid; hij zwaaide zijn geweldig zwaard en riep Calaynos toe, dat hij zich moest wapenen voor een nieuwen strijd. »Wie zijt gij?« vroeg Calaynos. »Gij draagt een kroontje op Uw helm, maar ik ken U niet.« »Zwijg, ellendige Moor!« antwoordde Roland. »Uw laatste uur is geslagen«; en dit zeggende, reed hij in vollen draf op zijn vijand toe.
Maar wáárom zich dan ook te verschuilen achter een vermoeden bah! alsof Coba zich zóó zou hebben vergeten; alsof ze affecties zou hebben gevoeld voor haar.... muziekmeester! Zwijg, dat is beleedigend, zeer!" "Als u mij niet vergunt te spreken dan zal ik zwijgen; maar, u hebt ongelijk." Van Barneveld loopt met afgewend gelaat de kamer op en neer.
"Eva zwijg!" roept Helmond hevig: "bij God, dat gaat te ver...." De oude generaal heeft nogmaals en krachtig gestreden, maar ook nogmaals tegenover een vrouw, zich zelf overwonnen. Nu opgestaan, zich zijwaarts tot Eva keerend, zonder haar echter aan te zien, zegt hij met een zeer merkbaar gekunstelde bedaardheid: "Wil me uw ervaringen sparen mevrouw.
„Zoo maar, moeder, voor een aardigheid.” „Leugenaar! ik zie aan je gezicht, dat ’t niet waar is.” „Gerust, moeder, ik heb ze....” „Zwijg! kwaje jongen! Denk je, dat moeder zoo onnoozel en dom is om dat te gelooven? Neen, ik zal het je wel zeggen: je hebt ze weggenomen. Kind! ’t is ijselijk, dat ik dat van je moet beleven: mijn Gerrit een dief....!” „Neen, moeder! ’k ben geen dief!” „Niet?
Het lijkt wel of het roeiriemen zijn! En wat zwaait hij met zijn armen! Het is of hij aanstonds op den hol zal gaan! Dat is een gekke vent! Zie je hem wel, Douwes?" "Och, jij met je geschreeuw, zwijg toch! Straks poetst die oppasser met zijn lederen helm en sabel op zijde, ons nog weg! Wat zeg jij er van, Huibert?" "Wat ik er van zeg? Dat er hier voor ons toch zooveel niet te zien is.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek