Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 juni 2025


Het lang en zwaar gevaarte stortte naar beneden, verbrijzelde de ladders der Friezen, deed een aantal van hen bloedende en vloekende op den vloer nedertuimelen en sprong zelf tegen de zerken tot spaanders. "Ziezoo!" riep Zweder: "nu zullen zij ons vooreerst met vrede laten. Wat ons betreft, wij moeten denzelfden weg uit, dien wij gekomen zijn.

"Arme jongen!" zuchtte Deodaat: "maar helaas! gij zijt nog gelukkiger dan ik: want niemand neen niemand zal mijnen dood beweenen. Wat zeg ik? Reinout wellicht.... en misschien ook...." "Ja, welzeker zal zij u ook beweenen," zeide Zweder, de gedachte van Deodaat aanvullende: "maar wat hamer! laten wij niet dwaas zijn en als kinderen schreien, terwijl er misschien nog redding mogelijk is.

"Dat is nu alles mooi en wel!" zeide Zweder: "en ofschoon het mij eenigszins tegen de borst stuit, dat mijn eerste krijgsonderneming een brandstichting wezen zal, zie ik, dat het noodzakelijk is: maar, het is niet genoeg een besluit te nemen, waar vinden wij de brandstoffen?"

Ze zag bij den glans van het vuur, dat er bloed was aan de takken en twijgen en bladeren, welke den held als laatste rustbed dienden. Met al haarliefde kuste ze hem en in dezen kus stierf hij, glimlachend. Op een stille plaats werd zijn graf gedolven. Het lijk lag op het slotplein. De moordenaars kwamen tot den heer Zweder, en zeiden: "Uw vijand is niet meer."

"Doe het," zeide Deodaat, terwijl hij Zweder, die hem biddende en smeekende bij het kleed hield, van zich afweerde: "en sein om een boot."

Madzy ontstelde eenigszins op het hooren van deze redenen; vooral toen zij de onbeschaamde blikken bespeurde, welke sommigen uit de bende op haar wierpen, en de grove uitdrukkingen hoorde, waarvan zich deze en gene onder hen bediende. "Waar is uw aanvoerder?" vroeg Feiko, vooruitrijdende: "Jonker Zweder heeft ons hedenmorgen uit diens naam veroorloofd ongehinderd te gaan en terug te keeren."

"Inderdaad," zeide Zweder, peinzende: "het getal onzer manschappen komt mij voor, geringer te zijn, dan het behoorde te wezen. Ik zie den Heer van Beaumont niet; noch ook den Heer van Spangen. Wij waren straks ruim zoo talrijk. Zouden er zoo velen door de handen dier papen zijn gevallen? Of is de rest vertrokken en heeft men gedacht, dat er manschappen genoeg bleven om het klooster te winnen."

"Er ware nog mogelijkheid...." "Ik heb het," riep Zweder, verheugd: "ik heb het.... Wacht! Eerst moeten wij zorg dragen, dat zij ons niet verrassen. Het wordt tijd; want ik geloof waarlijk, dat zij al aan 't klimmen zijn."

"Alles moet beproefd worden," zeide Zweder: en tevens zag hij de opening uit, door welke zij in den toren gekomen waren. Het trapje, de gang en al de zolders aan deze zijde waren ingestort; maar de drie muren van den vleugel waren, gelijk hierboven gezegd is, blijven staan, en verhinderden, dat iemand hen van beneden zien kon.

"Ik ellendeling! wat heb ik gedaan!" kreet Zweder, zich voor het hoofd slaande: "ik, die u redden wilde, moet de oorzaak van uw verderf zijn! Uit zucht om de eerste binnen te wezen stak ik de kerkdeur in brand, en nu heeft zich de vlam aan het gansche gebouw medegedeeld!"

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek