Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Dat was hij toen nog niet ... dat begon pas een jaar of tien daarna." Mijn eerste roman "Een Liefde", ben ik begonnen op zeventienjarigen leeftijd. Ik heb daar heel lang over geschreven en hij is bij tusschenpoozen ontstaan. Daar heb ik, op verschillende tijdperken, aan gewerkt van mijn zeventiende tot mijn een-en-twintigste jaar zoowat. Van 1881 tot 1885. Ja, dat is heelemaal verzonnen.
Maar allen dezelfden, altijd dezelfden en immer hetzelfde. Den geheelen avond hebben wij zoowat op de sopha's zitten geeuwen. Is dat nu zich goed amuseeren? Neen, hoe maakt u het toch om u niet te vervelen?" wendde zij zich weer tot Anna. "Men behoeft u maar aan te zien om te weten, dat u een vrouw is, die wel gelukkig of ongelukkig zijn kan, maar die zich nimmer zal vervelen.
Waar het noodig was, boog hij versperrende takken terzijde, of brak ze af met zijn krachtige, oude handen. Nu zijn we 't bosch zoowat ten einde. Zie, daar door die boomen, dien toren, dat is een stad. Naar uw kleeren te oordeelen, zult ge wel geld hebben, om er een goed nachtverblijf te vinden. Vaarwel! Vaarwel! zei ook de prins, en bleef somber staan. Wilt ge mij geen hand geven?
Wel te denken!" bromde zijn vriendelijke bekende. "Daar kan iemand wel zeker van zijn, als ge blijde zijt hem te zien moet het om een reden zijn. Wat is er nu aan de hand?" "Gij hebt daar een vriend?" zeide Haley, Marks twijfelachtig aanziende. "Een compagnon misschien?" "Ja, zoowat. Hier, Marks, dat is de man met wien ik te Natchez ben geweest."
En alsof hij 't niet prettig vond, dat hij dat laatste gezegd had, ging hij haastig voort: "Want je moet weten, kind! dat het hier in 't land als een genade beschouwd wordt zich dood te werken voor een loon, dat je maar even in 't leven houdt en je lichaam zoowat bekleed.
We vertrokken even na den middag en reden een uur of vier, om dan een verkwikkend kopje thee te gebruiken onder een grooten schaduwrijken boom. Maar lang konden we niet blijven, want we hadden nog de grootste helft van de reis vóór ons. Dus bestegen we weer onze paarden, hopend onze bestemming zoowat om negen uur te bereiken. Maar o, die hoop van ons!
"Och, ik heb veel vrienden, en kom ook nog al bij familie aan huis.... 't Is al zoo lang zoo, dat ik 't me niet anders meer voorstellen kan.... Eerst vond ik 't wel heel akelig, want ik was juist altijd meer met m'n vader en moeder samen geweest, dan andere jongens.... Ik had 'n gouverneur aan huis, en ze gaven me ook zelf les, vooral in muziek en in kunst- en literatuurgeschiedenis.... Toen ik bij den rector in Arnhem was, vond ik eerst alles erg raar, en de jongens plomp en onbeschaafd,.... maar de menschen waren zoo vriendelijk voor me, en ik kreeg toch ook plezier in ruw jongensspel;.... het waren prettige, onbezorgde jaren.... Toen ik hier kwam, was ik achttien.... net als jij. En ik kon de lucht hier niet verdragen; ik kreeg dadelijk erge koorts, malaria, ergens op 'n vreemde kamer op den verlaten Morschweg, waar ik was gaan wonen, om nog wat van buiten te hebben. De menschen waren niet kwaad, maar ik lag toch altijd alleen; vrienden had ik toen nog niet,.... ik werd gék van het droomen; ik weet niet, of jij ooit erge droomen hebt gehad; maar ik was er dol van en liep 's nachts alleen over m'n kamer in 'n razenden angst, om wat ik wist, dat toch niet waar was.... Toen ik zoowat beter was, wilde ik geen oogenblik meer alleen zijn. Ik was eenvoudig báng van de kamer, waar ik zooveel had doorgemaakt. Ik was toen nog erg zwak, maar zat toch altijd op de kroeg, en 's nachts nog laat bij allerlei lui op de kamer, of we gingen rijden of boemelen. In dien tijd heb ik Bruno gekocht, dat ik tenminste 'n levend wezen bij me zou hebben,
"Wel," antwoordde mevrouw Witse; "hoe oud was de jonge hoe-hiet-ie-ook-weer zoowat, toen hij professor wierd?" "Tut, tut, tut!" antwoordde de heer Witse, terwijl zijne oogen van genoegen schitterden en zijn aangezicht zich zenuwachtig bewoog; "je moet zoo hoog niet vliegen, moedertje. Als hij maar een knap dokter wordt, dat is heel wel."
Waarom wil je die sparen?" "Ik drijf geen handel in zulke waren," schreeuwt Gösta. "Maar als je iemand hebben wilt, dan moet je den ouden Sintram van Fors nemen. Hij is rijp voor de hel! daar sta ik je voor in!" "Best, best!" antwoordt de oude heer, zonder een spier van zijn gezicht te vertrekken. "De kavaliers of Sintram, dat staat zoowat gelijk. Dat wordt een goed jaar!"
Ze liepen dus Vinön voorbij, en hadden nu nog zoowat een uur gaans over het ijs voor den boeg. Daar waren zulke groote waterplassen, dat de kinderen groote omwegen moesten maken. Maar dat vonden ze wel prettig. Ze deden om 't hardst hun best om uit te vinden, waar het ijs het mooiste was. Ze waren niet moe, en hadden geen honger.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek