Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 september 2025
't Gezicht was niet bepaald mooi, een beetje zuur en zeurig, met te kleine oogjes en te dunne lipjes, maar zij had wel een goed figuur, fijn en lenig, en zij had ook allure, zoo'n manier van zich te houden en te bewegen die de boeren ergerlijk aanstellerig vonden, maar die, daarentegen, de drie oude heeren heimelijk in verrukking bracht.
Iets als eene wroeging omving hem dan wanneer hij Jeanne, alleen, boven met den dokter hoorde praten en Dora met haar zeurig stemmetje hoorde krijten, als het kind tegenstribbelde en zich niet wilde laten onderzoeken, maar toch: hij stond op; alle doktoren waren kwakzalvers, die hem wel veel wijsheid konden vertellen, maar die hem, als hij ziek was, toch niet genezen konden....
"Dat kan ik juist niet zeggen;" zei het meisje. "Ik harmonieer niet erg met hem in gevoelens. Ik hou over het algemeen niet van oude Heeren; zij zijn meestal te zeurig." "Ge prefereert dus jongere menschen?" glimlachte Torteltak. "Dat kan er naar zijn, als zij lief galant zijn. Dan ligt het ook in den aard der zaak. Ach! ik gevoel mij nu eigenlijk nergens op mijne plaats.
De vage verdreunende slag werd zeurig gedempt door het gespin der machines en de mortier met het boort klikte driest, uitgelaten van klop en getinkel. Tegen schemer liep hij de poort in. Zij was bruin van slagschaduw-groei, met geluwe damp bij 't raam van den schoenmaker. Stug klonken hamerslaagjes, nattig van na-smak. Ook 'n kind huilde alsof 't véel pijn had. Zacht schoof hij den muur langs.
De zaligheid van het nop hebben, van het zien trillen, indoopen, onderduiken van den dobber, en daarin, van het zuigen van een langwijlig aaltje, het leuteren van een zeurig postje aan den onmerkbaren hoek, is hem genoeg. Katvisch is hem even welkom als doop- en waterbaars. Katvisch is den Laienaar dierbaar!
Zeer juist; eene ouderlooze en vreugdelooze jeugd ten huize van een orthodox predikant in een zeurig landstadje kon tot eene gezonde ontwikkeling van mijne levensgeesten niet bevorderlijk zijn geweest.
Zeurig tekkerde de regen, de bladeren benee beritslend, 't toren-plat smijdig verslijkend. De uren kropen. 't Was 'n dag, zoo oneindig, zoo noest-lang, dat ze vermoeid insliepen, meneer languit ronkend, mevrouw zittend tegen de borstwering, Amélie hangend over de tinnen. Toen ze ontwaakten, was 't nòg dag, bijna scheemring.
Eigenlijk vond zij haar vervelend en onbeduidend, meestal slecht gekleed en zeurig, maar toch meende zij, dat deze opinie niet uitsloot haar een enkele maal intiem te vragen, Jeanne uit medelijden, Emilie voor de vroolijkheid en Georges, om zijn kaartje met een invitatie te reciproceeren.
Alleen in èèn tent was 'n zeurig, blerrend gehuil van 'n zuigeling. 't Kamp lag in 't donker. De vormen der wagens leken sombere silhouetten, met klein verlichte ramen. Zacht motregende 't. Over 't moddrige pad kwam een kerel, groot, ruw. Over z'n schouders bengelden zakken; 'n hoekig vierkant. "Bè-jij daar?" "Ja..." "Wat sta je te slape?..." "Ik wacht je..." "Hè-je wat verdiend?... Nou?..."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek