United States or Qatar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was aandoenlijk een man van bij de negenenzestig te hooren spreken van "als ik oud word"! "Klaas", ging hij voort "zoo as meheer wel begrijpt, krijgt ook een zakduit. Maar wat doet Klaas? Klaas doet niets, dan nou en dan de straat voor iemand wieden. Klaas houdt zich gek; Klaas danst met zen bochel; en as ie centen krijgt van de lui en van de kinderen, dan wandelt Klaas de poort uit.

Hoor reis; we hebben 't goed in et Huis; de Regenten zijn goed; op vastelavond krijgen we bollen met botter; over drie weken, as de slacht is, krijgt et Huis 'n os, ik weet niet van wat voor groot heer die lang dood is. Dan eten we allemaal gehakt; en de heeren hebben 'n partij en eten de tong, We hebben 't er heel goed; maar 'n mensch, meneer, denkt altijd om zen dood".

Die kunne, as 't nat is, toch ginnen weg. A. Jao, jao, genog; mar 't is vur hullie èrig, omdas z' in de zak zulle mötte. Mar as ze der wiele mar is hebbe, dan zulle ze der wel over kontent zen. B. 't Kan gebeure; mar ik mot het earst zien, vur ik 'et geloaf. Zoo komen wij ten slotte tot de Limburgsche dialekten.

Maar 't is een kwaad kreng. Ik ken hem goed". Ik wenschte hartelijk naar wat meer orde in de berichten van Keesje. "Hij is uit het Huis", hernam hij na een oogenblik zwijgens: "hij loopt over straat as 'en gek. Hij wint geld met zen bochel. Als er 'en school uitgaat, leggen de jongens centen bij mekaar, en laten Klein Klaasje dansen.

Klante, klanten, uit het Fransche Chaland. Zen, de regelmatige dativus van zij, gelijk hun van hij. Zij, illi, behelpt zich anders in de casus met de verbuigingen van hij, hun, hen. Oud Nederlandsch, plur. si, illi; dat. hem, thans zij, hun. Veul, veel, stad-Friesch feul, in eenige oude land-dialecten van het Friesch füle, Twentsch fulle.

Na hen kwam Hasman aan het woord, die, met behulp van twee stoelen, vertoonde hoe het in de Sint Anthonie-breêstraat toeging, wanneer een joodsche familie uit rijden ging en ze met zen achten in éen vigelant gingen. Die Hasman is onverbeterlijk, zeî Jozef en hij ging naar Hasman toe om hem als bedankje de hand te drukken, toen 't was afgeloopen.

Nu had Pallieter een boom, maar een boom, menheer, zooals er misschien geen twee meer waren, 't Was maar een enkele boom, maar hij was er blij mee, alsof hij heel de wereld gekregen had. "Mijnen boom," zei hij "Als d' ander gevallen zen, stade gij hier nog, da beloof ik U! Groeit, mokt blare en neutjes, groeit gelijk ge wilt, en verberg de konijntjes onder uwen grooten voet, groeit!"

In sommige geslachtsnamen is het woord zoon, soon nog meer verkort, dan tot zen, sen of se; het is samengekrompen tot eene enkele z, die men daarenboven slechts in geschriften ziet, maar in de uitspraak niet hoort.

Daar op den blijk lagen de afgeplukte appelen en, met den vollen schijn der koperen zon erop, sloegen zij het water in de oogen en brachten het hert omhoog. Elke appel was twee vuisten dik en donkerrood met botergele stralen. "Hun ziel komt erroep ligge," zei Pallieter verbaasd, "wie zij deurve denken da ze van binne witter zen dan melk?"

Nou, ik had er een vollen neef bij. Wat kom jij hier doen? zeit me neef. Ik zeg, ik weet 'et niet, zeg ik; en menheer stapt zoo binnen. Nou, ik docht: menheer zal alevel zoo gek niet wezen dat ie daar binnen van dat possie spreekt; want ik docht, dat ding is ofgedaan; hij het wel gezien dat ik der geen zin in heb. Maar al zen leven! Ik wacht wel een hallefuur; daar wordt gescheld.