Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 oktober 2025


Neen, Sander, schrik maar zoo niet, dat geldt niet u of een van uws gelijken; hoor maar, hij vraagt u weer vriendelijk: "En hoe heet je vader?" "Dat weet ik niet," is het antwoord. "Maar, jij, hoe heet jij?" "Sander Zwarte." "En wat doet je vader?" ", ," grinnikt de jongen: "moeder zeit zuipen." "Maar wat is hij dan van zijn ambacht?"

Zie, Naatje, dat hadt gy ook behoren te bedenken; wil ik spreken, zeit Pieternel. Ik begryp wel, dat het nu maar spelen gaan is, en dat de jonge Jan Edeling my wel eens andre druktens zal maken! Goed! ik wagt die ook, en hoop, dat myn verstandige Man, zo ik te véél malle Moeder ben, Moeder en Zoon beide te recht zal helpen.

Ik zeg zoo: Pieterse, wat kom jij doen? Ik, zeit ie, ik kom m’n drie gulde hale voor gustere-avend, ik heb gesefleurd.

Daarom kleedt ze d'r eige die eigenste morge nog erg netjes an, gaat huilende na de commissaris toe en spreekt: "Weledelgestrenge heer, wa' ben 'k vannacht toch geschrokke, want mijn man, die doofstom is, kan prate!" "Heb jij 'n boterbriefie?" vraagt hij. "Nee" zeit me vrouw "dat brengt ons mensche nooit geen geluk an."

Die vuile jodenhaters staan te hoog in de wereld; ze kunnen d'r niet bij en die smerige presse helpt ze, d'r is maar één fatsoenlijke krant in Frankrijk dat's de Aurora, die lees ik, daar heb ik m'n laatste sou voor over de Aurora zeit ook, dat Dreyfus d'r uit komt, eer 't jaar om is en de Aurora is het eenige blad dat de waarheid spreekt.

Maar ik lachte in mijn vuist: en dacht: als het op pooieren aankomt, dan ben ik nog niet bang: ik heb een bast, die kan er tegen, zooals Thomasvaer in de klucht zeit. En bovendien had ik van al het praten een keel gekregen, zoo droog of ze van een weverswammes gemaakt was. En ziet, mijn buren raakten allebei zoo mooi bezorgd, dat zij van de bank rolden.

Ja! als dát, daar tegenover hem, boeken zijn, dan weet hij 't wel: dat zijn bijbels; moeder heeft er ook zoo een, en ze zeit: "'en dominee's-bedrieger." Wat een dominee is? Dat weet hij niet. Of ja, die woont in de kerk. En wat de menschen Zondags gaan doen in de kerk? dat kan hij niet zeggen; want hij is er wel in geweest, maar heeft toen geslapen.

Maar toch hoor 'k 'm komme. En ik zee tege hem: "donnez moi mon pantalon, s'il vous plait; die leit onder me jaquet en vest op de stoel, en me ulster hangt er overheen." Hij zoekt mijn broek, en zeit: "je ne vois pas". Waarop ik in woedende vaart uit me bed vliegt en 'm vraagt of ie dacht dat 'k soms gek was geworde.

Of ik niet liever, als ik het voor 't kiezen had, een menister als metselaar zou zijn? Waarachtig wel, maar al dat gezanik, dat zoo'n man heeft en in de kranten en veel niet genoeg, dat is ook geen slaadje, zeit meester. Als ik 's avonds met Jans en de twee oudste kinders de boteram met koffie gebruik, dan zeg ik altijd: Goddank!

Al zou ik twintig jaar daar tegen procedeeren. Je hebt de Dochter, maar de beurs niet. LEANDER. Wel, myn Heer, Wie eischt u geld? wie zeit dat ik wel iets begeer? Laat ons uw Dochter, en bewaard uw goed. JERONIMO. Pasientie, Och! och! LEANDER. Zyt gy voldaan Papa van d’Audientie? De Vader zwygt, en een die zwygt die consenteert? Wie weet ook, of hy niet die uitslag heeft begeert.

Woord Van De Dag

vorstengeslachten

Anderen Op Zoek