United States or Greece ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ja, ik wensch nog uit Juffrouws huis gedragen te worden; wist ik dat, ik zou zo in myn knopjes zyn, want dat was een grote gerustheid. Nagt lieve Juffrouw Saartje, van je ouwe Pieternel, zo pleeg je te zeggen. Zin in. Geestelijk inzicht. Trotsch. Hier: gebrekkig. Myne goeje beste Pieternel! Ik heb uw Brief gelezen: wel heden, ik wist niet, dat je zoo veel by mekaêr kon stichten.

De Bruid trok haar stoel wat uit, en gaf de vrome eenvoudige Pieternel gelegenheid, om zich te laten bekyken. "Wel, God dank! zei ze, dat ouwe Pieternel haar jonge Juffrouws trouwdag nog beleven mogt. Heden, Juffrouw, je bent krek alleens als je lieve Moeder, toen die trouwde. Niet waar, myn Heer Blankaart? En toen myn Heer Blankaart even zo klugtig als deeze myn Heer.

Ik kan wel niet zeggen, met Pieternel, dat de Jongen er heel verstandig uitziet; maar 't is immers een goed kind, dat naar zyn Moeder aart? en gy weet, dat Moeder stikkent vol potzen en flinken stak, toen zy nog zeer jong en zeer los was? Myn Brôer heeft er wel moed op, want hy zegt my in vertrouwen: "dat Jan al naar de Meisjes begint uittekyken." "Oom en Neef hebben een goeden smaak," zei ik.

Maar ik hou zo veel van u, dat ik u dit toch zo eens schryven moest. Groet, uit mynen naam, de brave vrouw, aan wie gy zo gehecht zyt; verzeker haar van myne byzonderste achting. Groet ook myn Vriend Edeling. En als gy Pieternel spreekt, insgelyks: Wel, ouwe Pieternel, denkt die nog aan my? Nu, als ik sterf, krygt zy een Legaatje.

Nu kom ik eindelyk op de zaak, waar over ik u wilde schryven. Daar het onze Bregtje Sara gezien, met een jong wilt Heer; zy geloofde, dat het een uit de Kommedie was; en zy was nog veel ligtvaerdiger opgeschikt dan de Pop van Pieternel, daar je men eens van schreef. Zy was een el hoog gekapt. Ze hadt witte zyde koussen aan; denk, Zusje, witte zyde koussen, en kerjeusde schoenen.

Nu, myn Heer en Juffrouw, ik wenschje evenwel van harten zegen; och, myn Heer Edeling, je krygt zulk een lief meisje; ze het ouwe Pieternel nooit een onvertogen woord gegeven, 't was een lief hartje van een kind, en ik was ook zo mal met haar, dat, als zy tandjes kreeg, of zo, ik my tot water huilde; niet waar, myn Heer Blankaart?"

Nooit verliet ik haar in het laatste jaar haars levens. Ik sliep voor haar bed, gaf haar alle de medicynen; en zag, buiten myne Tante en den Docter, niemand dan onze goede Pieternel; die brave meid, welke myne Ouders reeds diende, toen ik geboren wierd, en waar voor ik zo veel liefde heb.

Weinige dagen na het bezoek uwer Moeder, storf de dierbare Lyderes, des nagts, in 't byzyn van onze Pieternel en den Heer Blankaart, die toen juist in de stad was, en ik bleef, nog geen zeventien jaar oud zynde, ouderloos. Myn Voogd berustte in de dispositie myner Moeder, doch heeft met Tante niet veel op. Zy noemt bykans nooit zyn naam, of zy voegt er by, dat hy geen godsdienst heeft.

Zeker, Pieternel, als gy oud en zwak wordt, zal ik voor u zorgen, en je zult dan zien, dat het heel goed is, op onzen lieven Heer te vertrouwen. En zei Tante "dat je geen licht hadt?" Heden meid, gy moest eens aan Tante gevraagt hebben, of 't waar is, dat zy zal trouwen, en met welk een Heer; maar daar hebje niet omgedagt. Ik zal heel graag, als ik trouw, wat in myn Huishouden van u hebben!

Grootvader Edeling tracteerde Pieternel ook, en de welkomst van den jongen Jan Edeling werdt gedronken: ô zulke toneeltjes smaken my zo! Ik wou, dat ik die maar beschryven kon, zo als het behoort. Uwe aanstaande Zuster, die nog by haren weldadigen Vriend is, heeft my een engelagtigen Brief geschreven: Wat zal Willem met zo een meisje gelukkig zyn!