United States or Somalia ? Vote for the TOP Country of the Week !


't Laatst van allen noem ik de besten: de zachtmoedige Löwenborg, de vrome man, die te goed voor deze wereld was en de wereldsche zaken maar niet best kon vatten en Liljecrona, de groote musicus, die een goed tehuis had en daar altijd naar verlangde; maar toch op Ekeby blijven moest, omdat zijn geest behoefte had aan rijkdom en afwisseling om het leven uit te kunnen houden.

Dat is de zachtmoedige Löwenborg, hij, die zijn bruid verloren heeft in de beek, en die nu meer dan ooit Gösta Berlings slaaf is. Hij sluipt naar de piano. Hij loopt er om heen, voelt er voorzichtig aan en strijkt met zijn zachte hand over de toetsen. Boven in zijn kamer heeft Löwenborg een groote houten tafel, waarop hij toetsen heeft geschilderd en een lessenaar gezet.

Beter noemden hem de Franschen, le debonnaire, de Zachtmoedige. Uitgegeven te Leiden bij S. en J. Luchtmans, 1833. Gesch. d. Ned. Taal, II. 136.

De tuin weerklonk van woedende kreten. Zelfs zachtmoedige vrouwen, door de opwinding van het oogenblik meegesleept, deelden in de dreigende kreten der mannen. Om zich heen ziende, ontwaarde Felix niets dan een zee van wuivende handen en hoorde hij slechts stemmen die hem aanmoedigden tot den laatsten slag. "Genade mag niet verleend worden!" riep een stem.

Ezeldrijvers drijven kleine ezels door de menigte, grijze, zachtmoedige dieren met mooi tuig, en de zonnestralen vallen op de blauw porseleinen torens, die in den bazar hier en daar verrijzen. Wij hebben dan nu eindelijk zonneschijn en rijden voorbij het paleis van den gouverneur, den zoon van den Shah, naar een plein, waar een groote menigte bijeen was.

En als men niet juist in de kerk geweest was en den proost had hooren verklaren, welk een diepe en ernstige verandering er door den heiligen geest in hen had plaats gehad, zou men die zachtmoedige en godvreezende jongelingen moeilijk herkend hebben in die bende halfdronken jongens, die den dag daarna de straten vulde, trotsch en triomfeerend, omdat ze door 't oog van den naald gekropen waren en de pacht door den doop bevestigd hadden.

Dit was de eerste maal sinds negentien jaren, dat hij weende. Wij hebben gezien, dat, toen Jean Valjean den bisschop verliet, hij buiten al de gedachten was, welke hem tot hiertoe geleid hadden. Hij kon zich geen rekenschap geven van 't geen in hem omging. Hij verhardde zich tegen de hemelsche handelwijze en de zachtmoedige woorden des grijsaards. "Gij hebt mij beloofd, een eerlijk man te worden.

Hij zag mij scherp aan, en een oogenblik vergetende, dat hij zich daardoor verried, schoot er een blik, als een bliksemstraal, uit zijn oogen. Maar het volgende oogenblik was hij weer de zachtmoedige kleermaker, waarvoor hij zich uitgegeven had, en zei weifelend: Kara, kara, hm? Ik kan er niet op komen wat dat kan zijn. Als gij het geheele woord wist, kon ik u misschien helpen.

Veroordeelt ten minste dezen man niet. Hoe! deze lieden herkennen mij niet! Indien Javert hier slechts ware! Hij zou mij herkennen!" De diepe, zachtmoedige treurigheid, welke in den toon dezer woorden lag, is niet te beschrijven. Hij wendde zich tot de drie galeiboeven: "Nu, ik herken u, Brevet! Herinnert ge u...?"

Uilenspiegel antwoordde: De assche van Klaas klopt op mijn hert en drijft mij ten strijde. Maar gij, zachtmoedige Lamme, die den dood van uwen vader noch uwe moeder moet wreken, noch het verdriet van hen die gij bemint, nog uw huidige armoede, laat mij alleen gaan, daar waar de plicht mij roept, zoo de vermoeienissen des oorlogs u afschrikken. Alleen? sprak Lamme.