United States or South Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wind, waar zijt gij heengeloopen? Ligt ge, of ievers doodgekeid, neêrgevallen, plat ter aarde? Wind, waar is uw' roerbaarheid? Op! Hervat uw' vluggen bezem, vaagt des werelds wegen vrij van die vale en vuile dompen: dat het dage en daglicht zij! Zonne, krachtig krauwt vaneen die hoopen: ruimt uw ridderspeur: slaat er dwers en nogmaals dwers uw' scherpe, sterke hoeven deur!

Jy weet ook wel, dat Juffrouw Hofland, als eene echte dochter van Gaaijus , de noden der Heiligen vervult; en jy onthouwt haar heur geld; zoo dat jy een Kerkrover bent; ja, dat ben jy. Zo, heeft Saartje geen drie honderd guldens verteert? Wel nou toon je alweer jou werelds hart.

Ze duikt heur aangezicht beneên des werelds neggen , die, eindloos, slinks en rechts, hun lange lijsten leggen; die 'k opwaardstriemen, die 'k een' wolke twee of drie den zonnezienden kant geheel vergulden zie.

Schubert dichtte lied op lied. En straks zou de ster verrijzen van nog een ander die het menschdom verheugen en stichten zou met zijnen citherslag: Felix Mendelssohn Bartholdy. Ja! er waren er velen in die sombere dagen, die als machtige geesten op wolken wandelden, hoog boven 's werelds strijdrumoer maar menschen toch, en weldoeners der menschen.

Kom, zei Peer, dat is 's werelds loop... Kom mee in open lucht... Dood, prevelde Snepvangers terwijl hij achter Peer op straat stapte. Hij hoorde de bladeren ritselen, terwijl hij naar een verre lantaarn in den wazigen mist tuurde. In de hemel stonden de sterren helder geplant en ver weerklonk wat ijdel geluid.

Maar iedereen wou z'n geluk, dat was nu eenmaal zoo 's werelds loop! Hij feliciteerde zijn vrouw en zich-zelf dus nogmaals met z'n voortreffelijken schoonzoon, en hij hoopte....

Als ik tot haar neergebogen Zeg, dat háár mijn hart begeert, En, door zelfden drang bewogen, 't Hart haar 's werelds zoetst vermogen: 't Kussen van liefs lippen leert. Ik weet ook wel meerder dingen Waar ik niet van spreken mag; Zilverwitte Mei-seringen, Die de lucht van geur doordringen In den zoelen voorjaarsdag,

De oorsprong van alle bestaan; de bron van alle leven door het zonnestofje mensch, onder vele namen ook GOD geheeten; dat hoogste waarnaar de wijsheid vorschte sinds 's werelds bestaan, Flanor zal het alvast eenvoudig geen hoofdletter waardig keuren! Maar neen, de kerel meent het niet, hij heeft er te veel hart en verstand voor.

Zoo komt er nooit iets uit mijn mond, Dat spreekt als ik het meen, En vind ik wat ik straks niet vond... Dan ben ik weer alleen." Ik zou niet graag Alleen, vandaag, Door hoven gaan van love'ren schoone, Als ik niet kon De lucht, de zon En waar zij óp schijnt, aan u toonen. Hoe licht de schijn Der zonne rein Langs 's werelds eeuw'ge kleurenweelde!

~Grillige loop van 's werelds zaken.~ Van Paus Alexander VI en van zijn zoon Cezar Borgia, Hertog van Valentinois, worden tallooze gruwelen verteld, door hen gepleegd ter voldoening van hun heersch- of geldzucht. Doch op merkwaardige wijze werd bij hen 't spreekwoord bewaarheid, dat het kwaad zijn meester loont.