Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juni 2025
In Napels het Parthenope van de Ouden werd "het beste boek door den besten dichter" geschreven, bijna tweeduizend jaar geleden. Want daar verkoos Vergilius, de hoofsche, de uiterst verfijnde, maar tevens vóór alles, de apostel van het "Eenvoudige Leven," een vredig buitenbestaan te leiden tusschen zijn citroenbosschen en met zijn bijenkorven.
'Ik verlang naar huis, zeide Johannes, en hij dacht aan de huiskamer met het heldere lamplicht, waar hij zoo vaak bij zijn vader zat, luisterend naar het krassen van diens pen. Daar was het vredig en gezellig. 'Ja, dan hadt je maar niet weg moeten gaan en weg moeten blijven, ter wille van dien mallen snuiter, die niet bestaat. Nu is het te laat.
Een ding heb ik echter geleerd, dat men zich overal aan went, want gedurende onze geheele reis konden we geen slaapwagen krijgen, maar aan het slot sliep ik zoo vredig zittend, alsof ik me in het heerlijkste, donzen bed had gevlijd. En nu Sofia! Wat had ik er me niet van voorgesteld.
Toen de pastoor de hut der ongelukkigen verliet, lag de heide, in de laatste gulden glorie van den zonnedag, zoo vredig en gerust, dat het den grijsaard door de ziel ging. Daarbinnen jammerde de tragedie der menschelijke ellende. Was de rust der natuur in hare kalme grootschheid er niet de bespotting van? Toch liever dood blijven onder den open hemel, dacht de pastoor.
Ik zweer het u, ik ben moe, ik ben uitgeput, ik kan niet verder meer. Dagelijks wordt ge schrikkelijker, Lucia. Dagelijks eischt ge al meer van mij. Vergeef me, Lucia, gij zijt me .... een monster geworden. Vredig, effen bleef het gelaat van Lucia. Ze richtte zich op, ging langzaam de tafel om en stond, recht over Pezza, hem aan te kijken.
Het dorre blad onder aan eike- en beukeboomen straalde in hel-bruin en in de verte trilden de sparrebosschen van vreugd in hun gouden feestgewaad. En dan telkens daartusschen in die bultige heuvels met hun witte zandhellingen en die plekken zwarte hei; het was alles één harmonisch geheel: vóór 't scheiden van den dag zong de hei haar avondzonnezang, vredig en plechtig.
En 'k wou dat Monna Vanna en Lagia en zij Die 't dertigst stond, voor altoos mochten varen Met ons door zelfden goeden toovnaars macht; En dat zij met ons spraken, dag en nacht, Van Liefde, en dat zij even vredig waren Als, dit geloof ik zekerlijk, ook wij. Dit sonnet is, evenals dat in § XXIV der Vita Nuova, gericht aan Guido Cavalcanti. Monna Lagia was de Vrouwe van den dichter Lapo Gianni.
Soms kijk ik naar uw kleinen mond, die nu nog vredig lacht, en denk: »aan welken vreemden hond hebt gij stel dat er krijg ontstond uw gaven toegedacht?« Kan 't zijn, dat ergens iemand leeft, wien 't onbetrouwbaar lot, dat niet om jeugd of blijheid geeft een vroegen dood beschoren heeft door uw, en door mijn schot...? Mijn schietgeweer is als een Sphynx... de mond blijft star en stom Wat bliksem!
De dagen waren vredig en helder, de nachten brachten zorg noch angst; geen gedachten aan een vreeselijke gevangenis of slechte menschen, waaraan hij geketend was; niets dan prettige en gelukkige gedachten.
Terwijl zij op dit oogenblik het slapende kind, dat nog geen smart of onrust kende, in het vredig glimlachende gelaat zag, was het alsof al de liefde van haar hart in vollen stroom hem tegengolfde, en de vraag kwam bij haar op, of niet misschien juist deze knaap, voor wien zij geen kroon meer had, bestemd was de eenige gelukkige van allen te worden, gelukkig, in den zin zooals de meester had bedoeld.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek