Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 mei 2025
Maar zoo 't gevalt dat ik haar schoone oogen Toch schouwen moet, licht me er een heil zòò groot, Dat ik 't niet vatten kan in mijnen geest; En 'k voel dat al mijn kracht zoozeer me ontvlood, Dat mijne ziel, waaruit mijn zuchten togen, Weldra van 't hart te moeten scheiden vreest. Lapo di Gianni Ricevuti. Aan Lagia.
Guido, ik wou dat Lapo en wij twee Door toovermacht ons mochten saam bevinden In 't zelfde scheepken dat op alle winden Naar onzen wil kalm voortdreef over zee; Zoodat geen toeval ooit stoorde onzen vree En wind noch weder onzen tocht kon hindren; Maar één verlangen steeds ons zou verbinden, Sterker, hoe langer 't scheepken verder glee.
En 'k wou dat Monna Vanna en Lagia en zij Die 't dertigst stond, voor altoos mochten varen Met ons door zelfden goeden toovnaars macht; En dat zij met ons spraken, dag en nacht, Van Liefde, en dat zij even vredig waren Als, dit geloof ik zekerlijk, ook wij. Dit sonnet is, evenals dat in § XXIV der Vita Nuova, gericht aan Guido Cavalcanti. Monna Lagia was de Vrouwe van den dichter Lapo Gianni.
Getuigt niet Lapo di Gianni van zijne Lagia: Een engel lijkt zij die op aard kwam dalen; Ze is als der Liefde zuster in haar spreken, Een wonder is van haar ieder gebaar....
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek